Senaat kritisch over herziening huwelijkse voorwaarden
De Eerste Kamer ziet nog veel haken en ogen aan de manier waarop VVD, PvdA en D66 het basisstelsel van het huwelijksvermogensrecht willen herzien.
Dat bleek dinsdagavond tijdens de behandeling van het wetsvoorstel dat beperkingen aanbrengt in de wettelijke gemeenschap van goederen.
Stellen die willen vasthouden aan een algehele gemeenschap van goederen moeten dat voortaan zelf vastleggen bij de notaris. Standaard wordt als het aan de drie partijen ligt een beperkte gemeenschap van goederen. Voorhuwelijkse bezittingen en schulden blijven daarbuiten, evenals tijdens het huwelijk ontvangen schenkingen, zoals erfenissen. Om vermogen en schulden bij het ontbinden van het huwelijk makkelijker te kunnen verdelen, kunnen de beide huwelijkspartners vóór het huwelijk een lijst opstellen over wat van wie is, aldus het wetsvoorstel. Zo’n lijst van aanbreng is overigens niet verplicht.
Stemden in de Tweede Kamer alleen de christelijke partijen CDA, CU en SGP tegen het wetsvoorstel, dinsdag uitten in de Eerste Kamer ook PvdA en SP felle kritiek. Ook GroenLinks heeft bedenkingen.
Volgens PvdA-senator Beuving dwingt het wetsvoorstel echtelieden er bijna toe voor hun huwelijk een lijst van aanbreng te laten opstellen door de notaris. Daarmee werpt de wet voor de PvdA een „uiterst onwenselijke” financiële drempel op.
Net als SP en CDA vindt ook de PvdA het merkwaardig dat vermogen dat vóór het huwelijk gezamenlijk is opgebouwd wel in de huwelijkse gemeenschap valt, ongeacht de inbreng van de beide echtelieden. Volgens de drie kan dit verstrekkende gevolgen hebben wanneer een echtgenoot failliet gaat. „Een gezamenlijk huis valt dan binnen de failliete boedel”, aldus Beuving. Wanneer één van de echtgenoten overlijdt, is de langstlevende echtgenoot door het wetsvoorstel voortaan slechter af dan nu, aldus de drie.
SP-senator Wezel stelde klip en klaar „geen feitelijke grond” te zien om het bestaande basisstelsel te veranderen. CU-senator Bikker noemde het wetsvoorstel „een disproportionele oplossing” voor financiële problemen op het gebied van schulden, schenkingen of erfenissen die nu binnen huwelijken soms aan de orde kunnen zijn.
De SGP hekelde de manier waarop de wet de keuzevrijheid van stellen inperkt. Senator Van Dijk sprak van „onliberale drammerij.”
Of de aanpassing van het basisstelsel nu nog op een meerderheid kan rekenen, is twijfelachtig. Bij SP en CDA waren de zorgen over de uitvoerbaarheid en de rechtszekerheid zo groot dat zij er in een motie voor pleitten de behandeling op te schorten. De indieners zouden intussen samen met het kabinet moeten nadenken over een nieuw, verbeterd wetsvoorstel, aldus de twee.
Over hun motie, die dinsdag in elk geval de steun kreeg van CU en SGP, wordt volgende week dinsdag gestemd.