Ook de vraag of het wenselijk zou zijn als hij als Kamerlid (voor de PvdA) zou kunnen aanblijven, vindt hij „te beantwoorden door mijn collega’s”, de andere achttien ministers van Financiën van de eurolanden. De vraag of hij zijn Kamerzetel zou kunnen of willen opgeven om eurogroepvoorzitter te blijven, omzeilt hij. „Wat een moeilijke vraag. Dat is iets voor later.”

Hij zei dit maandag in Brussel waar hij voor het eerst als ‘demissionair’ voorzitter moest optreden. Tot er een nieuwe regering in Nederland is, blijft Dijsselbloem de eurogroep leiden. „De formatie kan lang duren”, zei hij. „Maar in de politiek is niets continu. Aan alles komt een einde.”

Volgens Dijsselbloem moeten zijn EU-collega’s zich over de toekomst uitspreken omdat de eurogroep hem tot voorzitter heeft benoemd, niet de Nederlandse regering. Hij zei dat de functie „een grote verantwoordelijkheid is, waar ik niet van weg loop.” Hij is bezig aan zijn tweede mandaat van 2,5 jaar.

Dijsselbloem wil nu „een op een” met de eurogroep-ministers gaan praten over zijn opvolging. Sommige landen willen graag een vaste voorzitter. De Europese Commissie presenteert in mei een document met haar gedachten daarover.