Ankara rept van nieuwe campagne in Duitsland
Het is mogelijk dat Turkse ministers opnieuw naar Duitsland gaan voor bijeenkomsten over het Turkse referendum in april. Dit zei een woordvoerder van president Erdogan zondag tegen de Turkse tak van CNN. De spanningen tussen beide landen zijn al op de spits gedreven door eerdere bezoeken. Duitsland en Nederland hebben deze maand Turkse bewindslieden belet campagne te voeren voor het referendum. Dat heeft in Ankara tot tirades tegen beide landen geleid.
In Duitsland wonen naar schatting 1,4 miljoen Europeanen van Turkse komaf die stemrecht in Turkije hebben. In Nederland circa 245.000.
Erdogan wil de macht naar zich toetrekken door het huidige politieke bestel af te schaffen. Het referendum van 16 april gaat over de invoering van een presidentieel stelsel. Erdogan leidt het land al sinds 2003, maar is sinds 2014 geen premier meer maar president. Dat is volgens de wet een ceremoniële functie. Erdogan wil dat de president straks ook formeel de grote leider wordt. Het premierschap vervalt dan.
Ankara beschuldigde Berlijn er zondag van steun te geven aan de beweging van de islamitische filosoof en prediker Fethullah Gülen. Erdogan houdt zijn voormalige politieke bondgenoot Gülen verantwoordelijk voor de bloedige poging tot staatsgreep in juli vorig jaar. De baas bij de Duitse inlichtingendienst BND, Bruno Kahl, zei tegen het weekblad Der Spiegel dat er nog steeds geen enkele aanwijzing is, dat Gülen achter de couppoging zit. „Turkije heeft ons er op verscheidene niveaus van proberen te overtuigen, maar dat is niet gelukt”, zei Kahl. De uitspraak wekt woede in Ankara. De in de VS wonende Gülen was een politiek bondgenoot van Erdogan tot 2013 toen de twee bittere rivalen werden.