Forse confrontatie Israël en Syrië jaagt spanning op
De militaire confrontatie tussen Israël en Syrië van vrijdag doet de spanning in het toch al chaotische Midden-Oosten nog verder oplopen. Opmerkelijk was daarbij dat Jeruzalem openlijk toegaf dat de luchtmacht een bombardement had uitgevoerd.
Israëlische gevechtsvliegtuigen vielen vrijdag in de vroege uren in de buurt van de Syrische stad Palmyra diverse doelen aan. Wat de straaljagers precies hebben gebombardeerd, is nog altijd onduidelijk.
Naar alle waarschijnlijkheid was het een wapenkonvooi dat met oorlogstuig voor Hezbollah naar Libanon onderweg was. Israël heeft in het verleden vaker dergelijke konvooien aangevallen om te voorkomen dat het arsenaal van Hezbollah nog groter wordt dan het al is, of dat de Libanese beweging de beschikking krijgt over bepaalde types wapens.
Hoewel ze vaak een publiek geheim waren, bevestigde Israël dit soort acties vrijwel nooit. Vrijdag verklaarden de Israëlische autoriteiten echter dat er aanvallen met gevechtsvliegtuigen in Syrië waren uitgevoerd. En dat alle toestellen veilig op hun basis waren teruggekeerd.
Dat laatste werd niet zonder bedoeling gezegd. Syrië vuurde namelijk een aantal luchtdoelraketten op de Israëlische jets af. Damascus beweerde zelfs dat een van de toestellen was neergehaald en een andere beschadigd.
Een van de raketten werd uit de lucht geschoten door het Israëlische antiraketsysteem Arrow 3. Het is de eerste keer dat dit systeem werd gebruikt. Het is eigenlijk bedoeld als afweer tegen ballistische raketten en kan op grote hoogte projectielen vernietigen. Kennelijk is het dus ook in staat grondluchtraketten te stoppen.
De grote vraag is waarom deze confrontatie op dit moment komt. Israël heeft vaker te maken gehad met de effecten van de Syrische oorlog. In het noordelijk grensgebied komen regelmatig mortiergranaten en andere projectielen terecht. Israël beantwoordt die standaard met een artilleriebeschieting.
Tot een forse militaire reactie van het Syrische regeringsleger zoals vrijdag kwam het echter sinds het begin van de oorlog in 2011 niet eerder.
Het kan betekenen dat het Syrische regime zich zelfverzekerder voelt. Lange tijd leek het erop dat de troepen van president Bashar al-Assad het onderspit zouden delven tegen Islamitische Staat en andere rebellengroeperingen. Maar sinds Rusland zich met de strijd bemoeit, wint het regeringsleger steeds meer terrein. Daarbij is ook de hulp van Iran, zowel financieel als via Hezbollah, van belang.
De vraag is wat er zal gebeuren als zich een volgende confrontatie voordoet. Zal Rusland, dat inmiddels een aanzienlijke militaire aanwezigheid in Syrië heeft, zijn bondgenoot te hulp schieten? Dan is de chaos in het Midden-Oosten pas echt compleet.
Coördinatie
Niet voor niets ging de Israëlische premier Netanyahu een kleine twee weken geleden in Moskou op bezoek om te praten over een verdere coördinatie van Russische en Israëlische militaire activiteiten in het grensgebied met Syrië. Al eerder maakten Israël en Rusland daarover afspraken.
Coördinatie of niet, juist in het Midden-Oosten kunnen incidenten zich heel onverwacht en plotseling voordoen. En hebben ze al snel de potentie om binnen een mum van tijd tot een groter conflict uit te groeien.
Syrië heeft er op zijn beurt absoluut geen belang bij in een conflict met Israël verzeild te raken. De regering heeft haar handen vol aan de burgeroorlog en weet dat het land militair gezien geen partij is voor de Joodse staat.
Dat gold overigens al vóór het incident van vrijdag. Daarom is het des te merkwaardiger.