Vrijdagmiddag om 16.00 uur zal het huwelijk worden voltrokken in de lutherse domkerk van Kopenhagen, ook bekend onder de naam Vor Frue St. Marias Kirke, of kortweg ”Vor Frue” (Onze Vrouwe). Het in classicistische stijl opgetrokken kerkgebouw biedt plaats aan zo’n 800 mensen en is nog vrij jong: pas in 1829 -175 jaar geleden dus- werd het in gebruik genomen.

De lutherse bisschop van Kopenhagen, Erik Norman Svendsen, verricht de huwelijksplechtigheid. Hij wordt in de dienst bijgestaan door de hofpredikant (de ”koninklijke confessionarius”), prof. dr. Christian Thodberg. Over het lutherse karakter van de dienst heeft men zich bij de voorbereiding waarschijnlijk in het geheel het hoofd niet hoeven te breken. Denemarken is immers een overwegend luthers-evangelisch land en de speciale band tussen de lutherse volkskerk (de Folkekirke) en de staat ligt nog steeds vast in de grondwet. „Er is wel vrijheid van godsdienst in Denemarken, maar geen gelijkheid van godsdienst”, zo wordt het wel eens op de spits gedreven geformuleerd.

Welke discussies er met het bruidspaar zijn gevoerd, onttrekt zich aan de waarneming van de buitenstaanders, maar dát er gesprekken zijn geweest tussen de bisschop en de koninklijke trouwlustigen is geen geheim. Mary Donaldsen is van oorsprong niet luthers. Ze komt uit een presbyteriaans kerkelijk milieu, maar heeft bij de verloving ingestemd met de toetreding tot de Folkekirke. Dat was een belangrijke voorwaarde voor de officiële toestemming van de regering voor het huwelijk met de kroonprins.

De grondwet bepaalt dat het koninklijk paar bij de Folkekirke hoort. Sterker nog: het staatshoofd staat aan het hoofd daarvan. Iedere zondag doet elke dominee in de Folkekirke voorbede voor de koningin. Zo zal dat straks ook gebeuren voor Frederik, als hij zijn moeder -Margrethe II- eenmaal zal zijn opgevolgd. Zonder kerk geen kroon, zou men dus kunnen zeggen over de Deense constitutionele verhoudingen. Niet dat aan de grondvesten daarvan nooit wordt geschud, maar dat is een ander verhaal en nu niet aan de orde.

Volgens de koninklijke confessionarius verliep de overstap van Mary Donaldson naar de Folkekirke geheel „ondramatisch”, dat wil zeggen zonder speciale plechtigheden. „Ze heeft een kerkdienst bijgewoond en een gang naar het altaar (te vergelijken met het avondmaal - WV) gemaakt in een van onze kerken. Als men dat doet, is men automatisch opgenomen in de Deense Folkekirke”, zo heeft hij uitgelegd tegenover de weinige media die zich met deze kwestie bezighouden.

Voor het overgrote merendeel van de pers gaat het om de bruiloftsshow die zich vrijdag afspeelt. Miljoenen mensen in en buiten Denemarken zijn via de media van de partij, om zich primair te vergapen aan de pracht en praal die rond royale huwelijkssluitingen nu eenmaal te zien is.

Mary Donaldson, qua opleiding en loopbaan thuis in de reclame- en makelaarsbranche, schijnt op de overweldigende aandacht goed voorbereid te zijn, mede dankzij de inzet van de lieden aan het Deense hof die daarvoor aangewezen zijn. Zij zullen de op 5 februari 1972 in Hobart in Tasmanië geboren Australische menig lesje omtrent de hantering van de media hebben geleerd, respectievelijk hebben moeten leren. De aanstaande kroonprinses is namelijk niet uit kringen afkomstig die haar dat al van kindsbeen aan hebben bijgebracht.

Van adel is ze al helemaal niet. Haar ouders zijn ’doordeweekse’ Schotten uit Edinburgh, die begin jaren ’60 naar Tasmanië emigreerden. Vader John Dalgleish Donaldson had wel wat in zijn mars, want hij maakte carrière als wiskundige. Hij bracht het tot hoofd van de faculteit voor dat vak aan de Tasmaanse universiteit. Vorig jaar ging hij daar als hoogleraar met emeritaat. Momenteel is hij actief als professor in Zuid-Korea. De bijna 36-jarige Frederik (als koning zal hij ooit Frederik X zijn, z’n grootvader was Frederik IX) heeft Mary Elizabeth Donaldson in 2000 in Sydney leren kennen tijdens de Olympische Spelen. (Wim Verseput)