Witte Huis-woordvoerder Sean Spicer verwees donderdag op een persconferentie naar berichtgeving van de Amerikaanse zender Fox News. Die luidde dat toenmalig president Barack Obama de Britse dienst gevraagd had om Trump af te luisteren, „zodat er geen Amerikaanse vingerafdrukken” op de verslagen te vinden zouden zijn.

De opmerking schoot de Britten in het verkeerde keelgat. GCHQ noemde de beschuldiging in een reactie ‘volkomen belachelijk’. Volgens een Amerikaanse functionaris hebben de Britse autoriteiten bij het Witte Huis geklaagd over het feit dat Spicer aandacht heeft besteed aan het verhaal.

Volgens de Britse krant Daily Telegraph hebben Spicer en Trumps adviseur voor de nationale veiligheid Herbert McMaster excuses aangeboden. Het Witte Huis zou de Britse regering hebben verzekerd dat de beschuldigingen niet worden herhaald.

President Trump zei onlangs dat zijn voorganger Obama opdracht had gegeven hem te laten afluisteren. Bewijs droeg hij daarvoor niet aan.

GCHQ is een van de drie voornaamste Britse inlichtingendiensten. De dienst werkt nauw samen met de Amerikaanse National Security Agency (NSA), alsook met de afluisterdiensten van Australië, Canada en Nieuw-Zeeland, de zogenoemde ‘Five Eyes’.