„Druk op gelovigen in China toegenomen”
Ten minste 100 miljoen Chinezen –bijna een derde van het geschatte aantal gelovigen in het land– hebben te maken met een „hoog” of „zeer hoog” niveau van vervolging veroorzaakt door de heersende Communistische Partij.
Dat is een van de belangrijkste bevindingen van het Amerikaanse onderszoeksinstituut Freedom House, schreef Christian Post dinsdag. Freedom House constateert dat de greep op gelovigen in China sinds 2012 flink is verstevigd en dat deze greep meer en meer voelbaar wordt in het dagelijkse leven. Iets wat volgens de onderzoekers een groeiend verzet onder gelovigen veroorzaakt. Met een combinatie van zowel gewelddadige als geweldloze methoden, probeert het regime de snelle groei van religieuze gemeenschappen te beteugelen. Tot de onderzochte groepen gelovigen behoren zowel protestantse als rooms-katholieke christenen, Tibetaanse boeddhisten, Oeigoerse moslims en aanhangers van Falun Gong. Terwijl rooms-katholieken een „matig niveau” van vervolging ondergaan, hebben protestanten te maken met een „hoog niveau.” De vervolging die de andere groepen ervaren, wordt als „zeer hoog” betiteld.
De autoriteiten arresteerden demonstranten en religieuze leiders, sloten ondergrondse kerken en maakten beperkende wetten om alle aspecten van het religieuze leven onder controle te krijgen. De druk op gelovigen neemt toe sinds Xi Jinping in 2012 aan het hoofd van de Communistische Partij kwam te staan. Het rapport van Freedom House noteert dat religieuze vervolging sindsdien over de hele linie is toegenomen.