Wall Street daags voor Fed-besluit iets lager
De aandelenmarkten in New York zijn dinsdag met lichte verliezen gesloten. Met name olie- en luchtvaartfondsen stonden onder druk. Beleggers op Wall Street wachtten evenwel vooral op het rentebesluit van de Federal Reserve dat een dag later op de rol staat.
De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot 0,2 procent lager op 20.837,37 punten. De bredere S&P 500 zakte 0,3 procent tot 2365,45 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq ging eveneens 0,3 procent omlaag en kwam op 5856,82 punten.
De Fed maakt woensdag de uitkomsten bekend van zijn tweedaagse beleidsvergadering. Naar verwachting zal de koepel van centrale banken de rente een stapje verhogen. Verscheidene bestuurders bereidden de markt daar in de voorbije weken al duidelijk op voor.
Net als in Europa stonden oliegerelateerde fondsen onder druk door de dalende olieprijzen. Onder de dertig hoofdfondsen was oliemaatschappij Chevron de sterkste daler met een min van 1,8 procent. Branchegenoot ExxonMobil zakte 0,5 procent.
Ook chemieconcern DuPont en industriegigant General Electric waren uit de gratie met verliezen boven de 1 procent. Retailreus Wal-Mart was de sterkste stijger in de Dow met een plus van 1,1 procent. Sportkledingmaker Nike kreeg er eveneens 1,1 procent bij.
Verder moest de luchtvaartsector het ontgelden. Een grote sneeuwstorm teistert de oostkust van de Verenigde Staten met duizenden annuleringen tot gevolg. Delta Air Lines, American Airlines, United Continental, Southwest Airlines en JetBlue verloren 2 tot bijna 5 procent.
Farmaceut Valeant verloor dik 10 procent. Investeringsmaatschappij Pershing Square van investeerder Bill Ackman heeft haar volledige belang in het bedrijf van de hand heeft gedaan. Ackman zou volgens kenners een verlies van minstens 2,8 miljard dollar hebben geïncasseerd op de verkoop van ruim 18 miljoen aandelen.
Mede onder invloed van een stijgende olieproductie in Saudi-Arabië zakte de prijs van een vat Amerikaanse ruwe olie 0,8 procent tot 48,03 euro. Brentolie werd verhandeld voor 51,22 dollar per vat en werd daarmee 0,3 procent goedkoper. De euro was 1,0605 dollar waard, tegen 1,0638 dollar aan het einde van de Europese beurshandel.