Hoge Raad: strenge eisen aan hulp zelfdoding
De Hoge Raad stelt „zeer strenge eisen” aan de hulp bij zelfdoding door een niet-arts. De zaak tegen Albert Heringa moet opnieuw door het gerechtshof in Den Bosch worden bekeken om te beoordelen of de hulp bij de levensbeëindiging van zijn hoogbejaarde moeder (99) zonder straf kan blijven.
Dat sprak de Hoge Raad dinsdag uit in het cassatieberoep van het Openbaar Ministerie.
Hulp bij zelfdoding en het toepassen van euthanasie door een niet-arts kan slechts in uitzonderlijke omstandigheden straffeloos zijn, aldus de Hoge Raad. Het hof in Den Bosch moet bekijken of Heringa zich terecht op zo’n uitzonderlijke situatie beroept.
In het arrest stelt de Hoge Raad dat het gerechtshof in Arnhem „het beroep van Heringa op zo’n uitzonderlijke noodtoestand hier veel te gemakkelijk heeft gehonoreerd”.
De advocaat-generaal adviseerde de Hoge Raad eerder de uitspraak van het gerechtshof in Arnhem in stand te laten. Dat hof oordeelde dat Heringa niet strafbaar zou moeten zijn voor de hulp aan zijn hoogbejaarde moeder in 2008. Heringa werd daarvoor destijds aangeklaagd.
De rechtbank vond hem schuldig, maar legde geen straf op. In hoger beroep werd hij vorig jaar helemaal vrijgesproken.
De moeder van Heringa verbleef in een verzorgingstehuis, leed aan hartfalen, had ernstige rugklachten en was nagenoeg blind. Heringa besloot zijn moeder te helpen met sterven toen hij zag dat ze zelf pillen verzamelde die niet geschikt waren voor zelfdoding. Dat gebeurde nadat een arts geen euthanasie wilde uitvoeren.