Pieter en Margriet bij de Eskimo’s
Inuit, noemen de mensen in het hoge noorden van Canada zich. Beter bekend als Eskimo’s. Prinses Margriet en prof. mr. Pieter van Vollenhoven ontmoetten hen, meermalen zelfs. En ze namen Inuitkunst mee naar huis, naar Apeldoorn. Iets ervan staat nu tentoongesteld.
In Museum Volkenkunde in Leiden waren de prinses en haar man vrijdag te gast bij de opening van de expositie ”Canadese Inuitkunst”, die tot 7 januari 2018 te bezichtigen is. Spekstenen beelden, voorwerpen uit het dagelijks leven, grafisch werk, het geeft allemaal een beeld van de inheemse bevolking in het uitgestrekte gebied boven de poolcirkel.
Inuit is de naam waarmee de Eskimo’s van Groenland en Canada zichzelf aanduiden. De Eskimo’s van Alaska worden Joepik genoemd; zij zijn verwant aan de Siberische Joepik in het noordoosten van Rusland. Die naam Inuit is het meervoud van Inuk, en dat betekent mens, of echte mens.
Respect
Aanleiding voor de tentoonstelling –mede georganiseerd door de Canadese ambassade in ons land– is het 150-jarig bestaan van Canada. De Eskimo’s waren er al veel eerder, maar in 1867 had de ”confederation” plaats: vier Britse koloniën werden in één ”dominion” bijeengebracht. De naam Canada komt van ”kanata” – nederzetting. Pelsjagers, handelaren, missionarissen en kolonisten hadden in de voorgaande eeuwen het land verkend en er ook de oorspronkelijke bewoners ontmoet: indianen, en in het noorden de Eskimo’s.
Hans van Berkel (1946) bracht een grote verzameling Inuitkunst bijeen. In 1973 bezocht hij Canada voor het eerst en ontmoette hij ook de Inuit. Het aanschaffen van kunstwerken is een uiting van respect en waardering voor een cultuur, realiseerde hij zich. „Ik mag die voorwerpen even vasthouden. Straks geef ik ze door aan een volgende generatie, in de hoop dat die ze zal waarderen en koesteren zoals ik dat gedaan heb.”
Onlangs droeg hij zijn collectie over aan Museum Volkenkunde. Een selectie eruit wordt geëxposeerd.
Gastvrij geboorteland
Prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven hebben er achttien voorwerpen uit hun eigen woning aan toegevoegd. De prinses is op 19 januari 1943 in Canada geboren, al is dat eigenlijk ook weer niet waar: de ziekenhuiskamer in hoofdstad Ottawa was door het Canadese parlement tijdelijk tot extraterritoriaal gebied verklaard, zodat de baby alleen de Nederlandse en geen dubbele nationaliteit zou krijgen.
„Vandaag kom ik om uw gastvrijheid smeken en om veiligheid te vinden voor mezelf en mijn twee dochtertjes”, had prinses Juliana op 17 juni 1940 voor de Canadese radio gezegd. „Beschouw me alstublieft niet al te zeer als een vreemdeling, nu ik de kusten heb betreden die mijn eigen voorvaderen geholpen hebben te ontdekken, onderzoeken en koloniseren.” Ze kreeg er vijf jaar een gastvrij onthaal, eerst alleen met Beatrix en Irene, later ook met Margriet.
Honden
In 1968 kwam prinses Margriet voor het eerst in Canada terug. Ze zei een emotionele band met haar geboorteland te hebben. „Ik vind het een heerlijk land.”
De vrouw van de consul in Montreal vertelde dat haar zoon, die in het noorden werkte, haar zes Eskimohonden zou sturen omdat de dieren anders zouden worden afgemaakt. „Wilt u er niet twee van, prinses?” grapte de vrouw. En zo gebeurde het dat de Van Vollenhovens later op Schiphol „twee wolballen in verschillende kleuren die ons aankeken” mochten afhalen, zoals mr. Pieter zei.
De honden bleken „wel leuk; iedereen vond ze fantastisch, maar ze waren uitermate ongehoorzaam en moeilijk te trainen. Ze vonden ons wel gezellig en keken ook wel charmant naar ons, maar zodra ze de kans kregen om iets anders te doen wat hun grotere belangstelling had, dan deden ze dat ook wel. Als er een konijn hipte –en er hipt hier in Apeldoorn nogal wat in het rond–, dan waren ze vertrokken.” „Fascinerend onhoudbaar” waren de honden, en uiteindelijk moesten ze naar een nieuwe baas.
Op de slee
Maar de belangstelling voor de Inuit was gewekt, en in 1970 kwamen Pieter en Margriet voor het eerst in het hoge noorden. Het is niet bij dat ene bezoek gebleven.
Voorafgaand aan een poolreis in mei 1979 hadden de prinses en haar man een indrukwekkende ontmoeting met pater Frans Van de Velde, een Belgische missionaris die 43 jaar onder de Eskimo’s had gewerkt. Pieter en Margriet trokken met een Inuitgezin op, maakten een onvergetelijke sledetocht en hielden intussen een dagboek bij. Hun reisverslag verscheen in pater Van de Veldes boek ”Eskimo’s, mensen zonder tijd”.
Tijdens een VARA-radio-interview in 1980 –onderbroken door een „stil, Tecco”, waarmee Margriet haar teckel het zwijgen oplegde– erkende de prinses dat de tocht vrij zwaar was geweest. Hij zou nu niet meer gemaakt kunnen worden: door de klimaatverandering is nogal wat ijs veranderd in water.
Het viel Pieter op dat de Inuit mensen uitbundig verwelkomen, maar bij het afscheid geen emoties tonen. Verschillende Eskimo’s met wie ze vriendschap sloten, kwamen bij hen in Nederland op bezoek.
Veteranen
Pieter en Margriet toonden hun betrokkenheid bij Canada ook door aan tal van oorlogsherdenkingen deel te nemen waarbij Canadese veteranen betrokken waren. Zij hadden er in 1945 voor gezorgd dat de prinses na ruim tweeënhalf jaar eindelijk naar haar vaderland kon. In 2005 en 2010 gingen prinses Margriet en haar echtgenoot naar Canada om de veteranen te bedanken. De Canadese ambassadeur nodigde hen vrijdag uit voor een volgend bezoek.