Van der Meulen (70) over de overname van haar merk Opel
Gonnie van der Meulen (70) uit het Friese dorpje Tijnje is eigenaar van een autogarage in het dorp én van het enige Opelmuseum dat Nederland rijk is. Dat het Franse autoconcern PSA Peugeot Citroën haar merk Opel vorige week overnam van het Amerikaanse General Motors, doet niets af van haar liefde voor dit merk.
TOEN
Eigenlijk had mijn man, Meindert van Wijk, dit verhaal moeten vertellen. Hij wist veel meer van Opel dan ik. In januari vorig jaar is hij echter overleden, op 72-jarige leeftijd.
De Opels kwamen zo’n 35 jaar geleden in ons leven. Het begon met een Opel Rekord uit 1959. Die stond hier in de buurt en moest gerestaureerd worden. Daar is Meindert mee bezig gegaan. Het plaatwerk hè, dat vond hij zo mooi om op te knappen.
We hadden al jaren samen een garage hier in Tijnje. Het werk deden we altijd samen: hij in de garage, ik op kantoor. In zijn vrije tijd en in het weekeinde sleutelde hij aan de oldtimer. Toen de Rekord eenmaal klaar was, kwam er een volgende. En zo ging het van kwaad tot erger.
Ja, het is een virus waar je niet meer van afkomt. Er kwamen steeds meer Opels, allerlei modellen. We zijn opgehouden bij de jaren zeventig. Meindert zei altijd: „Als een auto kunststof bumpers heeft, hoort die hier niet thuis.” We konden al die opgeknapte auto’s nooit wegdoen en hebben op een bepaald moment besloten een museum te maken. Er zijn bij ons zeventig auto’s te bezichtigen.
Ik moet eerlijk zeggen dat we niet bewust voor Opel kozen. Het is zo gelopen. Het had ook gerust Ford kunnen zijn. Wel is Meindert, toen hij van school kwam, bij een Opeldealer begonnen in de garage. Maar daar kreeg hij de liefde voor het merk nog niet mee. Dat kwam pas toen hij de Rekord ging restaureren.
Opel is al voor de oorlog onderdeel geworden van het Amerikaanse General Motors. Welke invloed dit op het merk Opel heeft gehad? Tja, daar zou je toch mijn man voor moeten hebben, die zou het wel geweten hebben. Zelf denk ik dat het wel meeviel met die invloed. Een Opel Admiraal is bijvoorbeeld best een grote auto, maar die waren er in Europa wel meer. En een automatische versnellingsbak –die toch echt Amerikaans was– zag je ook niet in Opels terug. Nee, Opel bleef gewoon een Duitse auto.
Veel mensen hadden vroeger een Opel. Vaak begonnen ze met een Volkswagen kever, maar als er eenmaal kinderen kwamen, stapten ze over op een Kadett. Die was wat ruimer en had een kofferbak. Bij een kever kon je alleen voorin wat bagage kwijt. Een kinderwagen ging er niet in.
Mijn favoriete model is de Opel Kaptein. Als vrouw kijk ik misschien anders naar auto’s dan mannen. De lijnen van deze auto vind ik zó mooi. De Kaptein staat ook vaak op posters en folders. Je weet wel, zo’n lichtblauwe met een wit dak. Práchtig.
Over de historie van Opel zijn hele boekjes volgeschreven. Ook over Adam Opel, de oprichter. Oh, had hij een Joodse achtergrond? Dat wist ik niet. Dat is dan wel aardig, omdat de oprichter van Citroën dat ook heeft. Nu het Franse PSA Peugeot Citroën het merk Opel heeft overgenomen, komen ze wat dat betreft dus weer bij elkaar.
NU
Het nieuws over de overname heb ik via de krant wel gevolgd, maar niet heel intensief. Het zat er een beetje aan te komen. Maandag hoorde ik op de radio dat het rond was. Ik werd daarna al snel gebeld door Radio Fryslân. Maar ja, wij zitten in de oldtimers hè, niet in de auto’s van nu. Alhoewel, in de garage komen wel moderne auto’s natuurlijk.
Zelf hebben we voor ons dagelijks vervoer nooit Opel gereden. O ja, toch wel. Eén keer hebben we een Opel Commodore stationwagon gehad. Die staat nu ook in het museum.
Zelf ben ik nog altijd werkzaam in de garage, waar ik de administratie doe. Onze twee medewerkers doen het garagewerk. Anne Tiekstra werkt hier al bijna 45 jaar. En Hendrik Nieuwland ook alweer 15 jaar. Ja, we zijn me een stelletje oldtimers tussen de oldtimers.
In onze garage repareren we allerlei merken. Maar als er een Opel op de brug staat, is dat toch wel mooi. Je hebt een band met zo’n merk opgebouwd.
Mensen die het museum willen bezoeken, vragen weleens: „Ik heb geen Opel, mag ik dan wel komen?” En dan zeg ik altijd dat hier een Chrysler op de stoep staat. Dan zijn ze direct gerustgesteld.
STRAKS
Wat er straks gaat veranderen bij Opel, weet ik niet. We moeten maar zien wat ervan komt. Het merk zal vast wel blijven bestaan. Of ze daar in Frankrijk niet zomaar alles zullen opgeven? Nee, dat geloof ik niet. Dat zou hetzelfde zijn als dat wij ons museum weg doen. Nou, dat doe ik nóóit.
Ik verwacht wel dat op langere termijn onderdelen uitwisselbaar zullen zijn tussen Peugeot, Citroën en Opel. Bij de eerste twee is dat al het geval. Daar maken we hier in de garage ook regelmatig gebruik van. Tegelijkertijd heb je zo veel verschillende type auto’s binnen één model dat je goed moet oppassen met het bestellen van onderdelen. Want bij sommige typenummers is het nét weer even anders.
Of er naast een GM-vlag nu ook een Peugeot-vlag in het museum komt? Nee, dat vind ik niet nodig. En Peugeots komen er ook niet, want we zijn een Opelmuseum. In april gaan we trouwens weer open voor publiek.
We hebben geen kinderen, dus na mijn dood zal er ook iets met het museum moeten gebeuren. Maar daar denk ik liever niet over na. Dat vind ik te moeilijk.