Turkse Amersfoorter over campagne: Ottomaanse Rijk komt echt niet terug
Onbegrepen. Zo voelen Amersfoorters met een Turkse achtergrond zich. Waarom mag Rutte zich wel met Turkije bemoeien maar Erdogan zich niet met Nederland? Hypocriet. Te veel macht naar de president? Onzin. „Als blijkt dat hij er de komende vijf jaar een puinhoop van maakt, stemmen we hem weg.”
Vrijdagmiddag, tegen tweeën. Bezoekers van de Turkse Mevlana-moskee in Amersfoort hebben net het vrijdagmiddaggebed achter de rug. Voor het godshuis praten verschillende groepjes mannen met elkaar na. De ophef over Turkse bewindslieden die naar Nederland willen komen om campagne te voeren, is drie jongere Nederlanders van Turkse komaf niet ontgaan. Ze hebben er ook een mening over, maar willen niet met hun naam in de krant. „Veel te gevoelig.”
Yilmaz Rahat (49) vindt het prima dat Erdogans bevoegdheden worden uitgebreid. De Turk emigreerde in de jaren 80 naar Nederland. Tussen het Turkije van zijn jeugd en zijn geboorteland nu ziet hij grote verschillen. „Sinds de AK-partij het in 2002 alleen voor het zeggen kreeg, zit Turkije in de lift. Decennialang kenmerkte Turkije zich door instabiele kabinetten en grootschalige corruptie. Tijdens vakanties in de jaren 80 moest ik vanaf de Griekse grens over slechte wegen naar Istanbul rijden en regelmatig smeergeld betalen. Erdogan heeft aan dat alles een eind gemaakt. Het is aan hem te danken dat het op veel terreinen beter gaat met Turkije.”
Het kabinet wil niet dat Turkse bewindslieden hier campagne komen voeren; vindt buitenlandse bemoeienis met Nederlandse staatsburgers ontoelaatbaar. Een van de jongeren bij de moskee vindt die houding hypocriet. „Rutte bemoeide zich na de couppoging ook met Turkije. PvdA-Kamerlid Yucel riep op tegen te stemmen. Mag dat dan wel?”
Kritiek
De kritiek dat Erdogan een dictator is die alleen maar meer macht wil, wuift Rahat weg. Het parlement blijft bestaan, evenals de huidige partijen. En de macht gaat niet naar Erdogan, maar naar de president. „Als blijkt dat hij er de komende vijf jaar een puinhoop van maakt, stemmen we hem weg. Turkije wordt geen dictatuur en het Ottomaanse Rijk komt echt niet terug.”
Tegenstanders van de komst van Turkse ministers wijzen er verder op dat in Turkije mensenrechten met voeten worden getreden. De vrijheid van meningsuiting zou niet moeten gelden voor mensen die het vasthouden van zeker honderd journalisten op hun geweten hebben. Niemand zit zomaar vast in Turkije, repliceert Rahat. „Van Feto-aanhangers, gülenisten en PKK’ers kun je moeilijk volhouden dat ze onschuldig zijn.” Ook voor de vorig jaar opgepakte Metro-columniste Ebru Umar gold volgens hem dat ze strafbare feiten had gepleegd. „Zij beledigde de profeet en Erdogan.” Een van de jongeren: „In Nederland is het ook verboden om het staatshoofd te beledigen.”
Achter het tegenwerken van de Turkse regering zitten racistische motieven, denkt Rahat. „In de jaren 80 en 90 werden wij Turken door de Nederlandse staat nog respectvol bejegend. Maar door Wilders kregen buitenlanders een slechte naam en schoven alle politieke partijen zijn kant op.”
Belangrijker dan het Turkse referendum vinden de Amersfoorters de Nederlandse verkiezingen. Ze hopen dat DENK succes boekt, waardoor andere politieke partijen weer meer oog zullen krijgen voor allochtonen. Rahat: „We zijn al geïntegreerd. Het wordt nu hoog tijd dat we worden geaccepteerd.”