Groen & duurzaamheid

Tien keer zoveel salamanders overgezet dan padden

„Alweer een salamander. Dit heb ik nog nooit meegemaakt.” Eigenlijk zijn Henk Veringa en Wolter Slot op paddenjacht. Maar het tweetal helpt vandaag tien keer zo veel salamanders als padden.

en
9 March 2017 16:06Gewijzigd op 16 November 2020 09:58
Hans Veringa laat de gevangen amfibieën los in een plasje waar ze zich kunnen voortplanten. beeld Kees van Reenen
Hans Veringa laat de gevangen amfibieën los in een plasje waar ze zich kunnen voortplanten. beeld Kees van Reenen

Het Kuinderbos in de Noordoostpolder is aangelegd in de jaren zeventig. In het bos ligt een groot meer en ernaast een klein plasje met ondiep water dat lekker snel opwarmt. Het duurde niet lang voordat avontuurlijke kikkers en padden dit plasje ontdekten. „Een deel van de nieuwe aanwas wil de wereld ontdekken; net als bij mensen”, verklaart boswachter Harco Bergman. „Kruipen, kruipen en kruipen tot ze een geschikte plek vinden – of niet. De meeste keren echter door een soort ingebouwd gps-systeem terug naar de plek waar ze geboren zijn.”

Dat gebeurt in maart en begin april, zodra de nachttemperatuur boven pakweg de 6 graden komt, en het vochtig is. Vorige week waren de omstandigheden gunstig en begonnen de eerste padden aan hun nachtelijke tocht. Bergman: „Padden en bruine kikkers overwinteren onder blad in het bos, dat ze in de herfst in een dik pak over zich heen laten vallen. Om in het voorjaar bij de Kuinderplas te komen moeten ze de Hopweg oversteken. Vooral als het overdag zonnig is en het asfalt opwarmt blijven de koudbloedige amfibieën daar een poosje op liggen om op te warmen. Zo zijn er hier weleens 500 padden doodgereden in één nacht!”

Onnatuurlijke vijand

Staatsbosbeheer vindt auto’s een onnatuurlijke vijand, dus grijpt de organisatie in. Sinds 2001 plaatst Staatsbosbeheer een laag scherm langs de weg waar padden niet overheen kunnen kruipen. Om de 15 meter is er een gat gegraven waar de amfibieën in tuimelen als ze langs het scherm kruipen op zoek naar een doorgang. Mensen van de reclassering en een zorggroep van ’s Heeren Loo zijn daar een week mee bezig geweest. Nu gaan vrijwilligers elke dag ’s morgens de vallen legen om de padden over de weg te zetten. Vorige week zaterdag hadden ze er al ruim 189.000 overgezet.

Vandaag zijn de vrijwilligers Veringa en Slot aan de beurt. Veringa zet al vijftien jaar padden over, terwijl het voor Slot het eerste jaar is. Als het aan Slot ligt zeker niet het laatste. Beiden zijn geboren in de Drentse Veenkoloniën en vinden in het Kuinderbos een leuke en zinvolle pensioeninvulling. „Doordeweeks hebben we er scholen bij”, vertelt Slot. „Dan is het nog veel mooier. Het enthousiasme van die kinderen! Vooral jonge meiden van een jaar of tien, die willen de padden kussen –vanwege het sprookje dat een kikker dan in een prins verandert. En dan dat gegil.” Scholen uit Flevoland, Overijssel en Friesland komen naar het Kuinderbos voor een boeiende biologieles.

Oranje buik

Hoe groot de vangst is, hangt af van het weer. Vanmorgen zijn er erg weinig padden, maar des te meer watersalamanders, bruin met een fraaie oranje buik. Soms zelfs vier of vijf in één gat. Slot haalt ze voorzichtig uit de gladwandige val en stopt ze in de emmer bij Veringa, die ze turft: gewone pad, kleine watersalamander of bruine kikker. In het gat staat ook een stokje om onfortuinlijke muizen de gelegenheid te geven eruit te klimmen; die zouden anders rondjes blijven rennen tot ze van uitputting doodgaan.

„Twee salamanders”, meldt Slot, en Veringa turft. „Plus een grote tor.” Maar dan komt de klad erin, de salamanders worden schaars. Wel wordt er een kikker ontdekt en in de emmer gestopt. Ha, daar vinden de mannen toch een pad, met zijn wrattige, ietwat giftige huid. Een vrij forse, dus mogelijk een vrouwtje.

Balans

Ook langs een stukje van de Schoterweg staat een scherm met vallen. Hier blijken vooral kikkers in te zijn getuimeld, hoewel niet veel. „Onlangs zijn er aan deze kant van de weg in het bos een paar poelen aangelegd, dus mogelijk hebben ze die ontdekt en hoeven ze de weg niet meer over.”

Dan bereiken de mannen het eindpunt en kunnen ze de balans opmaken: 4 padden, 10 kikkers en 39 salamanders. Op naar de plasjes in het bos om al deze amfibieën los te laten.

Bergman: „Soms vinden kikkers of padden elkaar onderweg. Dan kruipt een mannetje bij het grotere vrouwtje op de rug als was het een gratis taxi. Zo komt hij in topconditie in het voortplantingsgebied aan.”

Daar is Staatsbosbeheer de dieren ook graag behulpzaam bij; niet alleen om de amfibieën een dienst te bewijzen, maar ook voor de dieren die kikkervisjes en jonge padjes eten. „Een kikker legt 2500 eitjes”, vertelt Bergman. „Die draagt het vrouwtje maandenlang als een klomp ter grootte van een pingpongbal met zich mee; als het in het water komt zwelt het op tot voetbalformaat.”

Padden maken snoeren terwijl ze tussen de waterplanten door zwemmen. Slechts één procent groeit uit tot een volwassen kikker dan wel pad. Geelgerande watertorren, jonge snoeken en vooral libellenlarven zijn dol op de kikker- en paddenvisjes. In het Kuinderbos vliegen in de toptijd een half miljoen libellen, verdeeld over 45 soorten. Ook ringslangen zitten er volop.

De paddenvangers bereiken een plasje en Veringa gaat met zijn emmer naar de glooiende, begroeide oever. „Deze plek kennen de reigers nog niet.” Voorzichtig laat hij de emmer te water, en na enige aarzeling zwemmen de salamanders, kikkers en padden weg, klaar om een nieuwe generatie amfibieën voort te brengen.

>>padden.nu/werkgroepen

xx

xx

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer