Johannes Sturm: reformatorisch onderwijsman
Het eerste reformatorische gymnasium dat in Europa gevestigd werd, stond in Straatsburg. Het werd opgericht door de pedagoog Johannes Sturm, en het zou een model worden voor heel protestants Europa.
In Straatsburg hebben twee mannen met de achternaam Sturm een belangrijke rol gespeeld bij de Reformatie: Jakob Sturm, de stadsbestuurder (die in een vorige aflevering aan bod kwam) en Johannes Sturm, de pedagoog (die vandaag de aandacht vraagt). Ze waren overigens geen familie van elkaar.
Johannes kwam ter wereld op 1 oktober 1507; zijn geboorteplaats was Schleiden, de hoofdplaats van het gelijknamige graafschap in het hertogdom Luxemburg. Zijn vader diende als rentmeester van graaf Dirk IV van Manderscheid. In Luik kreeg hij zijn eerste opleiding, op een school van de Broeders des Gemenen Levens; daarna ging hij naar de universiteit van Leuven.
Daar verdiepte hij zich in de werken van Erasmus, waarvan hij de smaak te pakken kreeg. Het maakte dat hij uitgroeide tot een volwaardig christenhumanist. Intussen werkte hij in zijn eigen drukkerij aan uitgaven van verschillende Griekse schrijvers. Dat bezorgde hem niet alleen bekendheid, maar ook een benoeming tot hoogleraar in de klassieke talen en de logica aan het door koning Frans I in 1530 opgerichte Collège Royal in Parijs – een frisse tegenhanger van het als somber bekendstaande Collège de Montaigu, waar Erasmus en ook Calvijn ooit vertoefden. Aan het college werkte Johannes Sturm aan een popularisering van de logica van Rudolf Agricola, de uit Baflo afkomstige Groningse christenhumanist.
Johannes Sturm was het eens met de pedagogische en onderwijskundige inzichten van zijn Wittenberger collega Philippus Melanchthon. Daarmee liet hij ook merken dat hij de keus maakte voor de Reformatie. Intussen waren het de geschriften van de reformator Martin Bucer die de sterkste invloed op hem uitoefenden – die vormden voor hem de eerste verbindingslijn met Straatsburg.
In het jaar 1537 kreeg Johannes Sturm een eervolle uitnodiging van Jakob Sturm en Martin Bucer: ze wilden hem naar Straatsburg laten komen om daar het (voortgezet) onderwijs vanuit reformatorische beginselen in goede banen te leiden. Zo’n opleiding zou de jongens –meisjes kregen dit soort onderwijs nog niet– de basis verschaffen voor een universitaire studie in Basel, Genève en Heidelberg. De 30-jarige Sturm nam de uitnodiging aan. En al in 1538 kwam het in Straatsburg tot de oprichting van het protestants gymnasium.
Onderwijsvernieuwing
Johannes Sturm werd de eerste rector van dit gymnasium en schreef voor zijn school een verrassend nieuw leerplan. Hij bedacht nieuwe lesdoelen en schreef de daarbij behorende nieuwe lesmethoden voor. Een van de dingen die hij doorvoerde was het systeem waarbinnen de leerstof in jaarklassen behandeld werd, een forse correctie op de oude manier van lesgeven aan alle pupillen tegelijk, of ze nu gevorderden waren of nieuwkomers.
Overigens was dit systeem niet echt nieuw. Het was al door de Zwolse scholarch en moderne devoot Jan Cele (overleden in 1417) bedacht, met het doel meer vat te krijgen op de vorderingen van de schoolgaande jeugd. Zijn werkwijze was intussen op veel scholen van de Broeders des Gemenen Levens in Europa doorgevoerd en sloot goed aan bij de eisen van de moderne tijd – Sturm kon het idee dus al opdoen tijdens zijn eigen schooltijd in Luik.
De nieuwe school stond open voor leerlingen vanaf hun zevende levensjaar; zij kregen vooral les in het Latijn, een taal die ze moesten kunnen lezen, schrijven en spreken. De totale schoolperiode duurde negen jaar en kon worden verlengd met vijf jaar voor het volgen van colleges en speciale lezingen – dit alles uiteraard in het Latijn.
Deze verbetering in de schoolordening ging gepaard met een fundamentele oriëntatie op de levenstaak van de wetenschappelijk gevormde mens. Deze diende zich bewust te zijn van de christelijke basishouding die tot uitdrukking kwam in de spreuk ”sapiens atque eloquens pieta”, godsvrucht met wijsheid en welsprekendheid (zoals H. Bavinck het later formuleerde). Hierin trok Sturm de lijnen door van de evangelische classicus en onderwijsvernieuwer Mathurin Cordier (1479-1564), ooit leermeester van de jonge Calvijn.
Johannes Calvijn, die juist in 1538 naar Straatsburg was gekomen, heeft Sturms nieuwe school gezien als een uitstekend middel in Gods hand om kerk en samenleving te leren dienen zoals God dat eiste. Calvijn en Sturm raakten in die periode dan ook met elkaar bevriend.
Het gymnasium van Sturm maakte furore en werd in 1567 verheven tot academie met promotierecht. De academie trok veel jonge studenten uit heel Europa. Onder hen was de uit Brugge afkomstige Franciscus Gomarus, die met zijn ouders gevlucht was voor de inquisitie in Vlaanderen.
Moeilijke jaren
Maar in de jaren 70 kwamen er spanningen aan het licht: enkele lutherse theologen –Johannes Marbach en Johannes Pappus– vonden het calvinisme van Sturm een verhindering voor de door hen gewenste kwaliteit van het christelijk onderwijs. Na diverse mislukte pogingen om tot overeenstemming te komen, eisten zij zijn vertrek. Dit werd doorgezet in de jaren 1581/82, toen Sturm als rector werd afgezet.
De laatste levensjaren van de ex-rector waren dramatisch: hij leefde in armoede en elke vorm van waardering leek te ontbreken. Ook ondervond hij steeds meer de gevolgen van zijn toenemende blindheid. Op 3 maart 1589 overleed Johannes Sturm in Straatsburg.
Door de meeste kenners van de historische pedagogiek wordt de naam van Johannes Sturm met respect genoemd. Zij wijzen op zijn invloed in Frankrijk, Duitsland, Bohemen, Hongarije, Polen en Engeland. Zij die het niet met hem eens waren, beoordeelden zijn taalonderwijs als ”lijfeigenschap van het Latijn”. Hij zou geen oog hebben gehad voor de waarde van de volkstaal. Overigens was dit in zijn tijd geen vreemd verschijnsel: het zou nog tot ver in de 19e eeuw duren voordat het Latijn plaats moest maken voor de taal van het land waar een universiteit was gevestigd.
Dit is het zesde deel in een serie over minder bekende hervormers, in de aanloop naar de herdenking van 500 jaar Reformatie.