Ook in Rome is er aandacht voor 500 jaar Reformatie
In de afgelopen twee weken vonden in Rome twee grote, meerdaagse conferenties in het kader van 500 jaar Reformatie plaats. De eerste was een wetenschappelijk congres over de invloed van Luther op Italië, en bijna aansluitend een meer kerkelijk congres over Luthers visie op de sacramenten.
Bij die laatste conferentie spraken vooral veel bisschoppen en rooms-katholieke Reformatiekenners, een teken dat Luther ook bij Rome volop in de belangstelling staat. Dat is trouwens geen nieuwe ontwikkeling, zoals duidelijk wordt uit het bij Herder Verlag uitgegeven overzicht van 22 rooms-katholieke kerkhistorici uit de twintigste eeuw. Bijna allen hebben zich intensief met Luther en de Reformatie beziggehouden, en dat niet uit polemische, maar uit oecumenische motieven. Als via Luther de kerk gebroken is, kan er via hem dan ook aan heling van die breuk gewerkt worden? Deze rooms-katholieke kerkhistorici hebben geprobeerd zorgvuldig naar Luther te luisteren en schuwden niet aan te wijzen hoe onverstandig de reactie van Rome op de boodschap uit Wittenberg destijds was.
Aan een van die kerkhistorici is onlangs nog een afzonderlijk boek gewijd, namelijk Erwin Iserloh (1915-1996). Hij was al bekend vanwege zijn hoogstaande boeken en opstellen, maar vestigde in 1962 vooral aandacht op zich toen hij stelde dat het aanslaan van Luthers 95 stellingen niet door de reformator zelf gedaan was. Dat was schokkend en dus werd hij daarvoor meteen fel aangevallen door protestantse collega’s, maar inmiddels zijn ook die het er over eens dat Iserloh gelijk had. Ook bij andere thema’s is trouwens gebleken dat rooms-katholieke onderzoekers al eerder beweringen hebben gedaan die nu door lutherse wetenschappers als nieuwe vondsten worden gepresenteerd. Van rooms-katholieken valt best wat te leren.
Pausen
Dat er in Rome dit jaar zo veel aandacht voor 500 jaar Reformatie is, heeft ook te maken met het beleid van de huidige paus, die enerzijds openstaat voor gesprekken met niet-katholieke christenen en anderzijds het katholieke van Luther benadrukt. Franciscus blijft daarmee in het spoor van zijn voorgangers, die langzaam maar zeker de traditie wilden herformuleren zonder van die traditie af te wijken.
Dit spoor is goed te volgen in het nieuwe boek van Hans Küng, die zijn ervaringen met zeven pausen beschrijft. Het is een persoonlijk relaas, waarbij natuurlijk ook ter sprake komt dat hem zelf door een paus de leerbevoegdheid als hoogleraar in Tübingen ontnomen werd. Küng is niet echt een fan van pausen, maar zijn boek laat wel zien hoe de pausen langzamerhand dichter bij de mensen gekomen zijn.
Hoe menselijk zij al waren wordt met name duidelijk uit het grote boek waarin de historicus Volker Reinhardt op levendige wijze de geschiedenis van alle pausen beschrijft. Volgens hem is het vooral een geschiedenis van macht, geld en geweld, hoewel er ook pausen waren die nadrukkelijk herder en leraar wilden zijn.
Reinhardt stelt dat pausen zich tot ver in de twintigste eeuw tegen elke vorm van vernieuwing verzet hebben en dat de roep om hervorming van het pausdom bijna zo oud is als het pausdom zelf. Onder de roomse zon verschijnt er weinig nieuws. Dat is althans de indruk die dit boek wekt. Toch maakt Reinhardts overzicht ook duidelijk dat deze oude institutie voor een zekere eenheid en bewaring van de kerk heeft gezorgd.
Rome
De kwetsbaarheid van het pausdom bleek vooral in de 14e en de 15e eeuw, toen er op een bepaald moment zelfs drie pausen tegelijkertijd waren, die elkaar ook met alle mogelijke middelen bestreden. Arnold Esch tekent een fascinerend beeld van de stad Rome in de periode 1378 tot 1484. Een tijd van scheuringen in de kerk, van verzet van de bevolking van Rome tegen de groeiende macht van paus en kerk, maar ook een tijd waarin de stad steeds meer met prachtige bouwwerken gevuld wordt, omdat pausen zo veel interesse hebben in kunst. Rome wordt cultureel een aantrekkelijke stad, maar geestelijk gezien gaat het van kwaad tot erger. Dat althans is het beeld dat velen buiten Rome van de stad hebben, en als Luther Rome bezoekt wordt hij in die mening alleen maar bevestigd.
Wie het boek van Esch leest, kan zich voorstellen dat een Godzoekende, serieuze monnik Rome teleurgesteld verlaat en dat zijn aanklachten tegen het pausdom veel bijval vindt. Dat Rome, het pausdom en de katholieke kerk dan na 1517 toch weer tot glans en geestelijk aanzien zijn gekomen, is vooral te danken aan de orde waar ook de huidige paus toe behoort: de jezuïeten.
Markus Friedrich publiceerde een heel boeiend overzicht over deze orde, die met daadkracht, geloofsijver maar ook met geweld de Reformatie bestreed en de kerk hervormde. Friedrich laat in dit boek zien hoe doelgericht en doeltreffend de jezuïeten te werk gingen. Ze zetten in op onderwijs om zo jonge mensen te kweken die goed katholiek waren en vervolgens op leidinggevende posities terechtkwamen. Ook richtten zij zich op zakenmensen om die ertoe te bewegen hun zaak financieel te ondersteunen. De beweging heeft een slechte naam gekregen vanwege de momenten waarop zij zeer agressief en slinks te werk ging, maar uit Friedrichs boek is op te maken dat de jezuïeten zelf steeds inzagen dat het effectiever was om vriendelijk over te komen en met argumenten het gesprek in te gaan. Nu er weer een jezuïet op de zetel van Petrus zit, is de vraag bij katholieken en protestanten wat zijn eigenlijke intentie is. Is Franciscus een slimme kerkpoliticus of gewoon eerlijk en open? Beide kan ook natuurlijk. Dit jaar staat Luther in ieder geval vaak op het programma in Rome, en dat moet toch iets moois kunnen opleveren.
”Kirchengeschichte im Porträt. Katholische Kirchenhistoriker des 20. Jahrhunderts”, Jörg Ernesti en Gregor Wurst; uitg. Herder Verlag, Freiburg; ISBN 978 34 5134 288 2; 314 blz.; € 34,99; ”Iserloh. Der Thesenanschlag fand nicht statt”, Uwe Wolf; uitg. Aschendorff, Münster; ISBN 978 34 0212 013 2; 268 blz.; € 24,99; ”Sieben Päpste: wie ich sie erlebt habe”, Hans Küng; uitg. Piper Verlag, München; ISBN 978 34 9205 687 8; 384 blz.; € 24,-; ”Pontifex. Die Geschichte der Päpste”, Volker Reinhardt; uitg. C. H. Beck Verlag, München; ISBN 978 34 0670 381 2; 928 blz.; € 38,-; ”Rom. Vom Mittelalter zur Renaissance 1378-1484”, Arnold Esch; uitg. C. H. Beck Verlag, München; ISBN 978 34 0669 884 2; 416 blz.; € 29,95; ”Die Jesuiten. Aufstieg, Niedergang, Neubeginn”, Markus Friedrich, Piper Verlag, München; ISBN 978 34 9205 539 0; 736 blz.; € 39,-.