Verrassende autobiografie bisschop Ryle
Na C. H. Spurgeon is bisschop J. C. Ryle (1816-1900) de bekendste Engelse prediker en schrijver uit de negentiende eeuw, met name via geschriften die ook in het Nederlands zijn vertaald: ”Het hart van het christelijk geloof”, ”Christen-zijn in het dagelijks leven” en ”Heiligmaking”. Eén werk is echter tot nu toe steeds verborgen gebleven: zijn autobiografie.
In 1873 heeft Ryle het eerste deel van zijn leven beschreven en dat bestemd voor zijn kinderen en kleinkinderen. Hij vond het kennelijk niet nodig om ook het tweede deel van zijn leven te laten optekenen, wellicht omdat zijn kinderen dat toch wel kenden.
Lange tijd veronderstelde men dat het manuscript verloren was gegaan, want men moest het doen met fragmenten van de autobiografie en een onvolledige uitgave ervan in 1975. Groot was dan ook de verrassing en de dankbaarheid dat eind 2015 het manuscript werd gevonden in het privéarchief van een adellijke familie.
Andrew Atherstone, onderzoeker aan Wycliffe Hall (Oxford), heeft een mooie uitgave verzorgd. De lezer kan het natuurlijk als een gemis ervaren dat hier geen complete autobiografie voorligt, maar de eerste periode van Ryles leven maakt heel duidelijk waarom bepaalde thema’s in zijn latere werk op de voorgrond kwamen te staan. Atherstones nieuwe uitgave is overigens verwerkt in de nieuwste biografie van Ryle (Iain H. Murray, ”J. C. Ryle: Prepared to Stand Alone”), die al een Nederlandse vertaling heeft gekregen (”Eenzaam om het Evangelie”).
Bekering
Er zijn twee zaken uit de autobiografie die vooral blijven haken. In de eerste plaats Ryles beschrijving van zijn bekering. Die vond plaats toen hij 21 jaar was, toen Ryle met serieuze gezondheidsproblemen te maken kreeg. Hij erkent eerlijk dat hij voor die tijd nooit werkelijk in de Bijbel had gelezen en had gebeden. Godsdienst bleek bij hem puur een formele zaak te zijn, zoals ook in zijn gezin en familie.
Door zijn bekering werden voor hem de kernwaarheden van het christelijk geloof persoonlijk en levend. Hij vat ze als volgt samen: de ernst van de zonde, de onvergelijkbare waarde van Jezus Christus, de betekenis van de Bijbel, de noodzaak van wedergeboorte, van een heilig leven en van een dagelijks gebed, en de verwachting van de wederkomst van Christus.
Zo worden de accenten in zijn geschriften zichtbaar. Ryle waarschuwt regelmatig tegen een puur uiterlijke godsdienst en legt de vinger bij oprechtheid van hart. Zijn werken hebben een indringend en onderscheiden karakter doordat hij steeds de vinger legt bij de onmisbare kern van de zaak: berouw en hartelijke verbondenheid aan Christus. Tegelijk stelt Ryle steeds de persoon en het werk van Christus centraal en wijst hij onbekommerd op de rijkdom van het Evangelie.
Verder komt de praktijk van het geloof uitvoerig bij hem naar voren. Steeds benadrukt hij het grote belang van de dagelijkse praktijk van Schriftlezing en gebed, terwijl hij ook andere aspecten van het geloofsleven uitwerkt, zoals de liefde en de christelijke hoop.
Leed
In de tweede plaats komt het leed in Ryles leven indringend naar voren. Nadat hij op zijn 21e ernstig ziek was, kreeg hij op zijn 25e met een ernstige financiële crisis te maken. Tot die tijd hoorde hij bij de financieel welvarende middenstand, want zijn vader was bankier en daardoor kon het gezin een prachtig landhuis aan de rand van Macclesfield, niet ver van Liverpool, betrekken. In één dag echter kwam er armoede door het plotselinge faillissement van de bank, waardoor het gezin Ryle alles kwijtraakte en in de armoede terechtkwam. Deze plotselinge financiële verandering heeft Ryle zijn hele leven meegedragen, met name tijdens de eerste jaren toen de financiële moeilijkheden bleven.
Verliezen
Veel erger was echter het verlies van twee echtgenotes, toen Ryle predikant in Helmingham was geworden. Aan zijn eerste huwelijk (1844) kwam al na drie jaar een einde, toen zijn vrouw na de bevalling van hun eerste kind ziek werd en overleed.
Zijn tweede vrouw was ook lange tijd ziek en overleed na tien huwelijksjaren. Door haar noodzakelijke verblijf in het zuiden van het land was Ryles leven bijzonder intensief, met name omdat hij de zorg had voor drie jonge kinderen. Hij schrijft dat hij heel veel onderweg was, omdat hij steeds vader voor zijn kinderen wilde zijn. Verschillende jaren had hij dus veel spanning en nauwelijks rust.
Later is Ryle voor de derde keer getrouwd, en dat huwelijk is veel langer in stand gebleven. Er brak dus na 1860 een veel rustigere tijd voor Ryle aan.
Beproevingen
In zijn werken gaat Ryle regelmatig in op moeite en beproevingen in het (geloofs)-leven. Een voorbeeld hiervan zijn twee hoofdstukken uit het boek ”Christen-zijn in het dagelijks leven”, over rijkdom en armoede, en ziekte, waarin Ryles persoonlijke ervaringen meeklinken. Vanuit zijn autobiografie wordt duidelijk dat dit voor hem geen theorie was, maar levenswerkelijkheid.
Het is dus mooi en gerust een mijlpaal te noemen dat bisschop J. C. Ryles autobiografie nu voor het eerst is gepubliceerd. De uitgever heeft er, zoals we gewend zijn van The Banner of Truth, een zeer verzorgde uitgave van gemaakt. Een hartelijke aanbeveling is dan ook op zijn plaats.
Boekinfo
Bishop J. C. Ryle’s Autobiography: The Early Years, Andrew Atherstone (ed.); uitg. The Banner of Truth, Edinburgh, 2016; ISBN 9781848716865; 359 blz.; £ 15,50.