Nederlanders veroordeeld in Turkije
De staatsveiligheidsrechtbank in de Turkse stad Izmir heeft woensdag twee Nederlandse vrouwen uit Rotterdam veroordeeld tot zes jaar en drie maanden gevangenisstraf.
Ze zijn schuldig bevonden aan medewerking aan heroïnehandel en deelname aan een criminele organisatie. Een motivering voor de straf gaven de rechters niet.
De Turkse autoriteiten beschouwen de 47-jarige Y. C. uit Schiedam als hoofdverdachte. Zijn bende heeft eerder vrouwen als drugskoerier ingeschakeld, stelt het Turkse openbaar ministerie. Hij kreeg woensdag dezelfde straf als de vrouwen. Dat geldt ook voor verdachte O. K. uit Schiedam, die net als de hoofdverdachte zowel de Nederlandse als de Turkse nationaliteit heeft.
De veroordeelde vrouwen, Anna Maria S. en haar nicht Linda F., hebben altijd ontkend dat ze iets te maken hadden met het in de kiem gesmoorde drugstransport. Ze benadrukten kort voor de uitspraak nog geëmotioneerd dat ze onschuldig zijn en niets met drugssmokkel te maken hebben gehad.
De twee mannen hebben hun aandeel in de smokkel als leverancier wel bekend. Ze verklaarden eerder ook dat de vrouwen niets van de drugs wisten. De rechter is uiteindelijk toch tot een ander oordeel gekomen.
In eerste instantie werd altijd gesproken over 24 kilo in beslag genomen heroïne. Tijdens de zitting van vorige maand stelde de Turkse aanklager dit op basis van laboratoriumonderzoek opeens naar beneden bij, tot ruim 6 kilo. Een verklaring hiervoor wilde hij niet geven.
De veroordeelde Nederlanders zitten sinds 10 juni vorig jaar in een Turkse cel. De Turkse politie hield toen in totaal zeven Nederlandse toeristen aan voor betrokkenheid bij het voorgenomen drugstransport. Dat gebeurde in de Zuid-Turkse stad Antalya.
Tijdens de inval in het hotel waar S. en F. verbleven, vond de politie de drugs in koffers op hun kamer. In de afgelopen periode zijn er drie Nederlanders wegens gebrek aan bewijs vrijgelaten.