Paleis Het Loo voor 123 miljoen verbouwd
Museum Paleis Het Loo in Apeldoorn gaat 8 januari 2018 grotendeels dicht. Het ondergaat een enorme renovatie en uitbreiding van 123 miljoen euro en zal pas medio 2021 heropenen. In de tussentijd zijn wel bijvoorbeeld de stallen en de tuinen te bezoeken en worden ook gewoon evenementen gehouden. Ook kunnen belangstellenden vaker het dak op. De toegangsprijs wordt gedurende die periode gehalveerd.
Grootste verandering wordt een nieuw museumgedeelte onder onder meer het hele voorplein. Daar wordt dan licht gewonnen door het gras op het voorplein te vervangen door glas met daarop water. In totaal krijgt het museum, alles meegerekend, er 5000 vierkante meter bij. Ook de tuinen worden beter toegankelijk gemaakt.
Renovatie was gewoon nodig en bovendien moet er een enorme hoeveelheid asbest worden verwijderd, ook al heeft daar op zich nu niemand last van. De aanwezigheid van het spul betekent echter dat het museum nu niets aan het gebouw kan veranderen, omdat het dan vrij kan komen.
Ook wil Het Loo meer ruimte en gaan voldoen aan modernere eisen. Museumbezoekers zijn het immers steeds beter gewend na alle museumvernieuwingen de laatste jaren. Daarbij moet het museum in Apeldoorn steeds meer mensen verwerken. Werd het in 1984 gebouwd op 150.000 bezoekers per jaar, inmiddels komen er jaarlijks wel zo’n 350.000. Het gaat zich nu voorbereiden op 500.000. Kinderen krijgen een belangrijke plaats met een ‘juniorenpaleis’.
Inhoudelijk komen er meer aanpassingen. Zo wordt het Oranjeverhaal verteld vanaf Willem van Oranje tot nu, op een manier die de plaats bij de bevolking beter moet laten zien. En ook Het Loo zijn de successen van tv-series als Downton Abbey niet ontgaan, waarin het personeel van de adel zo’n grote rol kreeg. Toekomstige bezoekers krijgen er vertrekken van bijvoorbeeld hofdames en lakeien te zien.
De verwijdering van asbest alleen al kost 17 miljoen, de renovatie dik 55 miljoen en de uitbreiding 30 miljoen. De kosten, waaronder ook de inkomstenderving van de komende jaren, zijn goeddeels gedekt door de overheid en door een lening. Verder dragen er nog sponsors en donoren bij. Circa 10 procent moet nog worden gevonden.