„Christenvrouw heeft het in India veel zwaarder dan man”
Vrouwen in India die zich bekeren tot het christendom, hebben het veel moeilijker dan mannen. Dat zegt Binal, een vrouw uit India die werkt onder vervolgde christenen. „Een man kan doen wat hij wil. Maar een vrouw mag niet eens zelfstandig de straat op. En een hindoe die overgaat naar het christendom, wordt verstoten.”
Ze wil alleen anoniem haar verhaal doen. Slechts de aanduiding dat ze in het noorden van India pastoraal en medisch werk doet, moet volstaan. In eigen land is het ondenkbaar dat Binal aan een krant vertelt over haar werk. „Als ik bij terugkomst in India aan vrouwen vertel dat ik geïnterviewd ben, en dat mensen in Nederland lezen over de onderdrukking van christenen, zal hen dat verbazen. In het noorden van India zijn vrouwen totaal onbelangrijk. Ze zijn haast een wegwerpproduct.”
Voorganger
Binal werd zeven jaar geleden leidster van het vrouwenwerk in een kerk. „Zonder vrouwelijke werkers in de kerk wordt de helft van de bevolking in Noord-India niet bereikt met het Evangelie. Het is ondenkbaar dat een man contact heeft met een vrouw die de zijne niet is.”
Vrouwen in Noord-India zijn in alle opzichten afhankelijk van hun man, legt Binal uit. „Het is een paternalistische samenleving. Een vrouw komt het huis niet uit zonder haar man.” De sociale controle in plattelandsdorpen maakt het lastig om vrouwen in contact te brengen met het Evangelie, stelt Binal. „Een vrouw wordt geacht dagelijks mee te doen aan rituelen, thuis en in de hindoetempels. Als ze dat verkeerd doet, is dat tot oneer voor de man en de familie. Ze wordt meteen een outcast.”
Een vrouw die christen wordt, kan daar vanaf het allereerste moment op worden afgerekend. In tegenstelling tot een man, legt Binal uit. „Hij kan in stilte zijn familie voorbereiden op zijn overgang naar het christendom. Bij mannen komt het voor dat ze uit hun dorp verstoten worden, maar dat de familiebanden intact blijven.”
Als uitkomt dat iemand christen is geworden, volgt bovendien vaak een publieke lynchpartij, zegt Binal. „Een man wordt in elkaar geslagen, een vrouw verkracht en mishandeld. Kort voor ik naar Nederland kwam werd er nog een vrouw die was overgegaan naar het christendom, afgeleverd bij een medische kliniek. Dorpsgenoten hadden haar ernstig seksueel mishandeld. Ze had inwendige bloedingen en was voor dood achtergelaten in een bos. Wij hebben haar in veiligheid gebracht. Ze herstelt nu.”
Pastoraal werkers die contact zoeken met vrouwen in plattelandsdorpen, moeten omzichtig te werk gaan. Binal: „Een predikant kan maar niet zo een dorp binnengaan. Een van onze strategieën is daarom om buiten de dorpen in contact te komen met mensen. Dat kan bijvoorbeeld bij voedseluitdeelpunten. Daarnaast heeft onze organisatie enkele klinieken. Die zijn met name bedoeld voor vrouwen, omdat zij nauwelijks medische zorg krijgen. Als een vrouw ziek is, geeft een man er niet om als ze sterft. Dat komt mede doordat huwelijken vaak al op jonge leeftijd door families gearrangeerd worden. Een liefdeband tussen partners is er meestal niet.”
Over de belangrijkste taak van vrouwenwerkers in de kerk, kan Binal kort zijn. „Bidden”, reageert ze. „Voordat we ons werk doen vragen we om een zegen en om bewaring. Als we met vrouwen praten, gaat het vaak over basale zaken als: Wat is de Bijbel? Hoe bid je? Hoe breng je je geloof in de praktijk? Dit jaar organiseren we voor het eerst een driedaagse bijeenkomst voor vrouwen op een veilige locatie. We hopen dat het ons lukt om een aantal vrouwen zo lange tijd van huis te krijgen.”
Abortus
Er is veel nood onder vrouwen in India, zegt Binal. „De enige waarde die vrouwen voor mannen hebben, is dat ze een mannelijke nakomeling kunnen voortbrengen. Meisjesbaby’s worden geaborteerd, zeker als een vrouw nog geen jongen heeft gebaard. Ik ken vrouwen die al meermalen in een laat stadium van de zwangerschap gedwongen zijn tot een abortus. We hadden vorig jaar een praatgroep voor negen vrouwen, van wie er zes zo vaak een abortus ondergaan hadden dat het niet meer lukte om zwanger te worden. We hebben gebeden om vergeving en genezing. En wat een wonder: enkelen zijn alsnog in verwachting geraakt en baarden een zoon.”
De organisatie waarvoor Binal werkt, biedt bekeerlingen onderdak wanneer ze moeten vluchten. Echt veilig zijn christenen echter nergens in Noord-India, waarschuwt Binal. „Een pastor kreeg vorig jaar thuis bezoek van hindoes omdat hij zendingsactiviteiten zou bedrijven. Hij en zijn zwangere vrouw werden in elkaar geslagen. Ze overleefden het, maar hun ongeboren kind niet. Wat hen overeind hield is hun geloof. Ze prijzen God dat ze het waard geacht zijn om om Christus’ wil verdrukking te lijden.”
Lichtpuntjes
Binal ziet soms kleine lichtpuntjes. „We hebben een vrouw kunnen helpen die verstoten was. Ze heeft een aantal jaren onderdak gehad bij een kerk. Wij konden haar ondersteunen met het opzetten van een winkeltje in haar plaats van herkomst. Daardoor kreeg ze enig aanzien en werd ze geleidelijk weer geaccepteerd. Ze zorgt nu voor een jongere broer en zus. Dorpelingen komen bij haar met hun vragen en zorgen en zij bidt voor mensen. Zulke verhalen zijn er niet veel, maar door Gods genade zijn ze er wel.”
Open Doors organiseert Women to Women-dag
Open Doors, een organisatie die opkomt voor vervolgde christenen, houdt morgen in Veenendaal de jaarlijkse Women to Women-dag. In zalencentrum De Basiliek in Veenendaal kunnen maximaal 1450 gasten worden ontvangen.
Binal, een vrouw uit India die namens een partnerorganisatie van Open Doors werkt onder vervolgde christenen, is de hoofdspreker. Ze gaat in op de vraag hoe christenvrouwen uit India hun geloof behouden in tijden van vervolging.
Women to Women is de vrouwentak van Open Doors, die sinds 2006 bestaat.