Broze vrede in Sri Lanka
Sri Lanka is booming, toeristen trekken er in grote veelsoortigheid rond. Dat kan sinds de Tamil Tijgers zijn verslagen en er aan de burgeroorlog een einde kwam. Maar hoe sterk is de vrede?
Het land haalde het wereldnieuws in 2004 met de tsunami en in 2009 met de uitschakeling van de Tamil Tijgers. Daarna verdween het van de internationale radar. „Ik kan weinig tot niets vinden over wat er is gebeurd”, zegt een Nederlander die rondfietst op het ”gezegende eiland” dat tot 1972 Ceylon heette. Inderdaad hoor en lees je weinig over Sri Lanka. Het land werkt hard aan zijn imago, dat wel. Je moet er zijn voor het goede leven, voor yoga en zen, voor surfen op de branding, voor het spotten van olifanten en luipaarden en voor het bewonderen van de oude beschaving, inclusief die van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. En voor exotische curry’s
Sommige reizigers verlaten de gebaande wegen en ontdekken dat de wegversperringen en schuttersputjes zijn verdwenen. Slechts een decennium geleden was de enige tweebaansweg naar het noorden en oosten, het homeland van de Tamilminderheid, vol kuilen en gaten. Nu is de ”dodenweg” prachtig geplaveid. Echter, juist langs die weg zie je veel kazernes van de landstrijdkrachten, de luchtmacht en zelfs de marine. Is er oorlog op komst?
Scholen en ngo’s
Tussen de voorbijflitsende toegangsbogen en afrasteringen van de divisies en brigades doemen schoolpleinen met spelende kinderen op, evenals naamborden van ngo’s, die ongetwijfeld zullen bijdragen aan de structurele wederopbouw.
Voorbij Vavuniya –de stad die tijdens een groot deel van de oorlog in de frontlinie lag– staat er opeens een eigentijds restaurant met daarachter een groot bord waarop het toerisme wordt gepromoot. Dat ziet er gastvrij uit. Bij nader inzien kun je er niet terecht voor een kop koffie of thee. Het blijkt een openluchtgaarkeuken, bedoeld om vrouwen tot werken te stimuleren. Bij een volgende uitspanning is wel koffie te krijgen, voor 150 roepie (€ 0,93). Ook hier zijn vrouwen in de weer die vertellen dat ze blij zijn met hun werk.
Oorlogsmonumenten
Wie herinnert zich de wrede burgeroorlog die Sri Lanka van 1983 tot 2009 in de wurggreep van angst hield? Het was een strijd die slechts verliezers kende. Het ging er steeds harder aan toe, tot aan het brute eindoffensief in 2009, waarbij het Sri Lankaanse leger naar verluidt zeker 40.000 Tamils afslachtte. Hiermee werd er een punt gezet achter de Tamilstrijd en -terreur. De Verenigde Naties geven eerlijk toe dat ze er in de laatste oorlogsmaanden „op elke mogelijke manier in zijn gefaald de burgerbevolking te beschermen.”
Hoe verder naar het noorden, hoe meer indrukken van de ellende van toen. Verlaten huizen bijvoorbeeld. Bij Kilinochchi, ooit het bolwerk van de Tamil Tijgers, ligt de grote watertoren die door Tamil Tijgers werd opgeblazen weg te roesten. Vlakbij staat een oorlogsmonument, een stenen kubus (lees: het leger van de Tamils, LTTE) die wordt doorboord door een granaat (lees: het leger, SLA). Uit de scheuren in de bovenkant verrijst de lotusbloem. De boodschap is helder: de nieuwe natie maakt de dienst uit.
Held
Parallel aan de weg loopt het spoor en is een gloednieuw station gebouwd: Elephant Pass. Het ligt er verlaten bij. Pal ernaast is het een drukte van belang: hier stoppen mensen om een uitgebrand voertuig hulde te betonen. De Tijgers hadden het bij hun aanval in 1991 ingezet, maar het werd onschadelijk gemaakt door een jonge soldaat, Gamini Kularatne, die op de bulldozer sprong en twee handgranaten naar binnen gooide. Hij liet het leven, kreeg hier een standbeeld en werd postuum bekroond met de hoogste militaire onderscheiding van het land. „Het Sri Lankaanse leger had dringend rekruten nodig. Dus moest er een rolmodel in het leven worden geroepen. Elke jongen wilde een held als Kularatne zijn”, vertelt een ingewijde.
Rechts voorbij de Olifantenpas –in feite een dijk die twee landsdelen verbindt– staat weer een triomfalistisch monument: handen houden de kaart van Sri Lanka omhoog, waaruit de lotusbloem ontspringt. Stenen met teksten waarop de daden van oud-president Mahinda Rajapakse worden bejubeld. Het portret van Rajapakse straalt je overigens in het hele land vanaf grote affiches tegemoet. Hij werkt aan zijn comeback nadat zijn tegenstander Sirisena hem in 2015 versloeg.
Jaffna
Na eindeloze velden, water en palmbomen, en zelfs hier en daar windmolens, komt Jaffna in beeld, een rommelige stad met een eigen karakter. Het is hier meer India, dat overzee op een steenworp afstand ligt. Hier wonen voornamelijk Tamils: hardwerkende mensen die Tamil spreken en hoofdzakelijk hindoe zijn. Ze verbouwen hun groenten in net zulke keurig rechte lappen als in Nederland. Over hen schreef de Nederlandse predikant Philippus Baelde in zijn ”Nauwkeurige beschrijving Malabar en Choromandel, derz. aangrenzend rijken, en het machtige eiland Ceylon” dat „hun woningen handig en netjes zijn” en dat ze „boter maken op dezelfde wijze als wij in Holland.” Na de onafhankelijkheid van 1948 zagen Singalezen hun kans schoon. Onmin tussen de Tamilminderheid en de Singalese meerderheid mondde in het midden van de jaren tachtig uit in een keiharde guerrilla.
Sinhalization
De strijd verdeelde het land tot op het bot. Talloze burgers sloegen op de vlucht, hetzij naar het buitenland, hetzij naar elders in Sri Lanka. Nog altijd worden er duizenden vermist en wonen er ontheemden in kampen. Nu de ”terroristen” definitief zijn geveld ziet een machtige, rijke, kleine politieke elite de kans schoon voor de ”sinhalization”.
Werkelijk overal in het noorden en oosten is het leger aanwezig (zoals ook in de rest van Sri Lanka). Die zware controle –een soort staat van beleg– maakt Tamils tot tweederangsburgers. Mensen durven niet vrijuit te spreken. De overheid werkt aan een nieuwe grondwet die dit jaar klaar moet zijn voor openbare verkiezingen. Premier Ranil Wickremensinghe zei dat in het concept de speciale positie van het boeddhisme in stand zal worden gehouden, waardoor de Tamils vrezen dat ze worden weggepoetst uit de annalen van Sri Lanka.
Christenvervolging
Toeristengidsen krijgen in hun opleiding weinig mee over de Tamilgeschiedenis. Het is alles Singalees wat de klok slaat. Het paleis van de laatste Tamilkoning in Jaffna, dat nationaal erfgoed zou kunnen zijn in, ziet er gehavend uit. Het is wachten op het verval. In de musea worden Tamilkoningen amper genoemd en Tamilinscripties en -teksten worden weggewist, althans, hun herkomst wordt verzwegen.
Daarentegen werkt de Singalese meerderheid aan de suprematie van haar boeddhistische cultuur boven die van andere minderheden (hindoes, christenen en moslims). Binnen dit plaatje is het begrijpelijk waarom Open Doors Sri Lanka op nummer 45 van de ranglijst christenvervolging plaatst. Christenen blijken vaak doelwit van intimidatie en sociale uitsluiting. Vooral in het zuiden hebben ex-boeddhisten die christelijke leiders zijn geworden, last van vervolging, soms met de dood als gevolg.
Het leger is een macht op zichzelf geworden, met kazernes en posten tot in de woonwijken toe. Ook beschikt het over gloednieuw materieel, dat op onafhankelijkheidsdag (4 februari) met verve wordt vertoond. Het kan niet anders dan dat het leger veel geld opslokt van de schatkist.
Human Rights Watch
Ogenschijnlijk is het pais en vree in Sri Lanka. Toch ziet de wereld niet wat er zich achter de schermen voltrekt. Draai Von Clausewitz om en je hebt het te pakken: politiek is de voortzetting van oorlog met andere middelen. Gelukkig houdt Human Right Watch een vinger aan de pols. „Zeker, er zijn positieve ontwikkelingen in Sri Lanka te noemen”, stelt Elaine Pearson van Human Right Watch. De hoge commissaris van de VN voor de mensenrechten en een aantal VN-deskundigen bezochten Sri Lanka. De overheid ging akkoord met een wet die een bureau voor vermiste personen in het leven moet roepen. Ook zou Colombo begonnen zijn met het opstellen van wetgeving voor het zoeken naar waarheid en verzoening, alsook voor een onderzoek naar de wijdverbreide schendingen van de mensenrechten door het leger. Hoewel er vooruitgang is geboekt, zijn belangrijke toezeggingen niet nagekomen, aldus Pearson. „De draconische terreurwet blijft van kracht, en op grond van deze wet werden er het afgelopen jaar tal van arrestaties verricht. Bovendien zitten veel mensen nog altijd gevangen en wordt er gemarteld.”
Terroristen
„De oorlog is voorbij, het conflict niet”, zegt een kenner van het land, veiligheidshalve anoniem. „De polarisatie tussen Tamils en Singalezen is groter dan ooit. Er is geen sprake van werkelijke vrede. Er is nauwelijks sprake van verzoening, van bereidheid om samen aan het land te bouwen. Behalve etnische spanningen zijn er ook religieuze. Er hoeft maar iets te gebeuren of de vlam slaat in de pan. Op dat vlak ligt er een taak voor christenen om het voortouw te nemen. Om mensen de christelijke waarden van vergeving en liefde te leren kennen.”
De Sri Lankaanse marineman, met zijn gezin op bezoek in een idyllisch bergdorpje te midden van de theevelden, is nog nooit in Jaffna geweest. Nou, zo ver is dat nu ook weer niet. Jaffna hoort bij Sri Lanka? Zeker, hoe is het daar? Vredig en mooi, eh, er is daar heel veel leger en politie op de been, weet u misschien waarom? „Dat zijn terroristen”, zegt hij zonder omwegen. „Kunt u ons vertellen waarom ze in opstand kwamen?” Nee, dat weet hij niet, geen idee. Zijn antwoord bewijst dat de sinhalization zijn werk grondig doet.
ZOA in Sri Lanka
De christelijke hulp- en wederopbouworganisatie ZOA is sinds 1994 nauw verbonden met de vluchtelingenproblematiek in Sri Lanka. „Tijdens de burgeroorlog was dat ontheemden helpen en met acute noodhulp voorzien in hun eerste levensbehoeften. Daarna volgde er een traject van mensen begeleiden en voorbereiden op de terugkeer naar hun huis. Nog niet iedereen is terug: hier en daar moet de grond worden ontmijnd”, zegt Antony Caleesious, directeur van ZOA Sri Lanka.
Waren onder meer resettlement en rehabilitatie eerst de focus van ZOA, nu voegt ZOA er onderwijs en bewustwording van vrede en verzoening aan toe. „We helpen mensen op eigen benen te staan en proberen vrede te bevorderen. Dat is moeilijk na dertig jaar oorlog. Mensen zijn compleet afhankelijk geworden van hulp. Ze hebben alles verloren. Ook is er een achterstand qua technologie. Verder kampen velen met trauma’s. Allemaal barrières dus waarom het zo veel mensen niet lukt om aan te sluiten.” Een concreet project is dat van vrouwen. „ZOA ondersteunt groepen van tien tot vijftien vrouwen om zelfredzaam te zijn en inkomsten te genereren. Bij elkaar hebben we al 600 groepen in Sri Lanka die samen aan de toekomst werken.” Een nieuwe dimensie zijn de klimaatveranderingen. „Mensen hebben nu te kampen met droogte. ZOA wil hen ook in dat opzicht weerbaar maken.”