In 2016 werd 3,4 procent van de Nederlanders slachtoffer van koop- en verkoopfraude. In 2012 lag dat percentage op 2,9. Bij koopfraude gaat het om het niet leveren van gekochte goederen of diensten. Verkoopfraude betreft het niet betalen voor geleverde goederen of diensten. In het gros van de gevallen is er bij deze vorm van criminaliteit sprake van koopfraude.

Hacken –het inbreken op een computer– nam de afgelopen jaren juist af. In 2016 werd 4,9 procent van de Nederlanders slachtoffer van deze vorm van cybercrime, meldt het CBS. In 2012 lag dat percentage op 6 procent. In de meeste gevallen heeft de hack plaatsgevonden door inbraak in een e-mailaccount.

In 2016 was 0,4 procent van de Nederlanders slachtoffer van één of meer vormen van identiteitsfraude, tegen 1,5 procent in 2012. Onder meer skimming (het kopiëren van betaalkaartgegevens) nam fors af. Het aandeel Nederlanders dat hiervan slachtoffer werd, daalde van 1,1 procent in 2012 naar 0,1 procent in 2016.

In 2016 was 3,2 procent van de Nederlanders slachtoffer van één of meerdere vormen van cyberpesten. Dit percentage is de afgelopen jaren niet veranderd, meldt het CBS. Onder cyberpesten verstaat het CBS bijvoorbeeld laster, stalking (iemand hinderlijk volgen), afpersing en bedreiging met geweld via het web.

Over de hele linie daalde het aantal cybercrimedelicten, zo blijkt uit de Veiligheidsmonitor van het CBS. In 2016 werd 10,7 procent van de Nederlanders slachtoffer van cybercrime. In 2012 lag dat percentage nog op 12,1.