Filipino’s gedood bij aanval in Irak
Bij een mortieraanval op Camp Anaconda op de Amerikaanse luchtmachtbasis in de Iraakse stad Balad, gelegen in de zogenoemde soennitische driehoek, zijn vier Filipijnse burgers omgekomen. Dat zei woensdag de Filipijnse president Gloria Arroyo.
In Irak werken zeker 3000 Filipijnse burgers, aldus het ministerie van Buitenlandse Zaken in Manilla. Daarvan werken er ongeveer 1360 in Camp Anaconda. In Hilla in het midden van het land zijn 43 Filipijnse militairen en acht politiemannen gelegerd.
In Irak zijn het afgelopen jaar vijf Filipino’s omgekomen. Vorige maand kwam nog een Filipijnse truckchauffeur om het leven tijdens een hinderlaag op de snelweg tussen Bagdad en Koeweit. De Filipijnse regering is een trouwe bondgenoot van de Verenigde Staten.
Arroyo zei dat een regeringsdelegatie Camp Anaconda drie keer heeft bezocht om de veiligheidssituatie in ogenschouw te nemen. De Filipino’s zijn gehuisvest in „nieuw gebouwde, ondergrondse bunkers”. Als hun veiligheid niet kan worden gegarandeerd moeten ze naar veiliger oorden worden geëvacueerd, zei de president.