Eensgezindheid
Efeze 4:3
„U benaarstigende te behouden de enigheid des Geestes door de band des vredes.”
Al houden christenen in sommige geloofsartikelen er uiteenlopende opvattingen op na, ze blijven toch in waarachtige liefde lidmaten van één lichaam. Als ze maar over de belangrijkste punten overeenstemmen, zoals met betrekking tot de ene Godheid, de Godheid en mensheid van Christus, hemel en hel, dat onze zaligheid alleen in Jezus’ verdienste is gelegen enzovoorts.
Het zou voor ons het allerbeste zijn wanneer er sprake was van algehele eensgezindheid met betrekking tot alle onderdelen van het geloof. We moeten daarvoor ook ons uiterste best doen en ervoor bidden, maar van zo’n volkomen eensgezindheid is onder de christenen op aarde uiterst zelden of nooit sprake geweest.
Uit Handelingen 11, Handelingen 21 en Galaten 2 wordt duidelijk dat die er zelfs in de tijd van de apostelen niet was. Zoals Christus’ geestelijke lidmaten op aarde niet allemaal even rein van zonden zijn, zo zijn zij ook nooit of zeer zelden even rein in het geloof. Beide doelen worden ons wel in de Schrift op dezelfde wijze voorgeschreven, maar niet iedereen weet die doelen even nauwkeurig te bereiken.
De eenheid wordt met liefde bewaard: door de orthodoxen, als zij blijven liefhebben en hen in hun gemeente dulden die niet godslasterlijk en zonder bloeddorst dwalen. Ook door de dwalenden, als zij eveneens in liefde volharden en met hun tegenstanders vriendelijk een band onderhouden door samen naar de prediking te luisteren en de sacramenten te gebruiken.
Anastasius Veluanus, pastoor in Garderen
(”Der leken wechwijser”, 1554)