Column (ds. J. Belder): Grensovergang naar nepnieuws nooit ver weg
Opperhoofd Trump is boos. Op zich al niet meer bijzonder. We raakten eraan gewend. Vooral de pers moet het ontgelden. Journalisten behoren tot het laagste slag mensen. Geldt dat ook voor columnisten? The New York Times noemde hij zelfs ”vijand van de staat”. Is ”the President” soms in de leer bij sultan Erdogan, die televisiezenders sluit, kranten verbiedt en journalisten opsluit? Het deed de Times overigens geen kwaad. De krant kon honderden nieuwe abonnees noteren. De krantenmakers in Apeldoorn mogen willen staatsgevaarlijk verklaard te worden.
Nu kan ik wel een tikkeltje meevoelen met Trump. Neutrale, onpartijdige journalistiek bestaat niet. „We hebben allemaal onze persoonlijke bagage”, achtergronden en reflexen, bekende Saeda Nourhussen onlangs in Trouw. Vind je orthodoxe protestanten zielige, wereldvreemde curiositeiten die eigenlijk thuishoren in het Openluchtmuseum, dan kleurt dat het product dat je als mediamaker neerzet. Zo ben ik jaren geleden in een radioprogramma van de KRO lelijk te kijk gezet. Aanleiding was een vermeende incestzaak. Het trok de aandacht van de pers. Na veel listige montagetrucjes hoorde ik mijzelf –met de nodige nijd- en spijtgevoelens– totaal ‘verknipt’ terug in de uitzending. Gelukkig was het programma pas rond middernacht in de ether. Was dat tijdstip eerder geweest, dan had ik wellicht beter gelijk kunnen emigreren. Natuurlijk wreekte zich hier het gemis aan mediatraining. Overigens zegt dat wel iets –en dus niet alles– van de neutraliteit en kwaliteit van de journalistiek als men voortdurend beducht moet zijn op de macht van montage. Dat is niet hetzelfde als stevig doorvragen. Een messcherp verhaal is van een heel andere orde dan nepnieuws.
Dat laatste ondervond ook Jesse Klaver, de man van GroenLinks. De Telegraaf kwam met zijn levensverhaal naar buiten, waarop Klaver reageerde met „onzinstuk.” Ook de NOS bezondigde zich aan nepnieuws. Er zou „een ongelooflijke mensenmassa” zijn afgekomen op het publieke optreden van Wilders in Spijkenisse. Later bleek het om niet meer dan 150 mensen te gaan.
De grensovergang naar nepnieuws is nooit ver weg. Welke spreker vreest niet voor het verslag van zijn causerie in de krant? „Zei ik zulke onbenullige dingen?” Soms lijken lezing en verslag zelfs niets meer gemeen te hebben.
Dr. Okke Jager schreef zestig jaar geleden: „Ook schrijven en lezen is Gods-dienst”. Daarmee onderscheidt christelijke journalistiek zich van de seculiere media. „Wie daar de draak mee steekt, komt in het vaarwater van de draak uit de Openbaring.” En dat is beslist geen nepnieuws.