Neemt het aantal antisemitische incidenten in de VS toe?
Zeker zestien Joodse gemeenschapscentra en scholen in de Verenigde Staten hebben maandag een bommelding ontvangen. Het is dit jaar al de zoveelste dreiging met geweld. Sommige Joodse organisaties leggen een verband met het aantreden van Donald Trump als president.
Hoe serieus zijn de antisemitische incidenten?
Maandag werden onderwijsinstellingen in Rockville (Maryland) en Fairfax (Virginia) uit voorzorg ontruimd nadat er telefonisch een bommelding was binnengekomen. Sinds januari zijn er bij Joodse centra, scholen en synagogen tientallen bommeldingen binnengekomen. Tot dusver bleken de waarschuwingen steeds loos alarm.
Afgelopen weekend werden er op een Joodse begraafplaats in Philadelphia bovendien honderd grafstenen vernield. Het was het derde vergelijkbare incident in een maand tijd: een week eerder vielen 170 grafstenen op een Joodse begraafplaats in St. Louis al ten prooi aan vernielzucht. Daarnaast zijn er enkele tientallen gevallen geregistreerd van antisemitische incidenten zoals het aanbrengen van hakenkruisen en verspreiding van anti-Joodse uitingen.
Is er sprake van een toename van antisemitische incidenten sinds het aantreden van Trump?
„Het is een slecht 2017 voor Joden”, schreef de Joodse essayist Mark Oppenheimer vorige week in The Washington Post. Tegelijk constateerde hij dat 2016 en 2015 ook al slechte jaren waren. De Anti-Defamation League meldde vorig jaar bijvoorbeeld al een verdubbeling van het aantal antisemitische incidenten op scholen in 2015. In totaal registreerde de organisatie in dat jaar 941 gevallen van antisemitisme, een toename van 3 procent ten opzichte van 2014.
De conclusie moet volgens Oppenheimer zijn dat er nog niet genoeg gegevens zijn om al hard te maken dat het antisemitisme juist onder Trump sterk toeneemt. Hij verwijst daarbij naar een onderzoek van onlinemedium Quartz, dat de data van de belangrijkste bronnen van het aantal antisemitische incidenten analyseerde.
Waar is de aanname dat er een verband bestaat dan op gebaseerd?
”Trumps winst is de belangrijkste overwinning voor het antisemitisme sinds 1941”, kopte een artikel in de linkse Israëlische krant Ha’aretz al kort na diens overwinning. Het belangrijkste punt was dat Trump ruimte zou bieden aan allerlei uiterstrechtse groeperingen, waarbinnen soms allerlei antisemitische sentimenten leven. Een vaak genoemd voorbeeld is de benoeming van stafchef Steve Bannon van de ultrarechtse website Breibart, waarop ook xenofobe uitingen ten opzichte van Joden een plek kregen.
Toen Trump eind januari verzuimde de Joden expliciet te noemen in zijn verklaring ter gelegenheid van Holocaust Memorial Day, maakte hij het er niet beter op. Het Witte Huis bevestigde bovendien expliciet dat dit met opzet was gedaan, omdat ook andere groepen slachtoffer waren van de Holocaust. Dit incident versterkte het vermoeden dat Trump zijn ultrarechtse achterban te vriend wilde houden, ten koste van minderheidsgroepen zoals de Joden.
Toen een orthodoxe Joodse verslaggever Trump vorige week vroeg naar een reactie op het aantal antisemitische incidenten, kapte die hem af met de woorden „Ga zitten!” Hij voegde eraan toe: „Ik ben de minst antisemitische persoon die je ooit hebt gezien.” Later verklaarde Trump wel expliciet dat de „bedreigingen tegenover onze Joodse organisaties en buurthuizen” „verschrikkelijk en pijnlijk” zijn.
Die reactie werd in Joodse kringen zeer gewaardeerd en geprezen.
Hoe verhouden de antisemitische incidenten zich ten opzichte van uitingen tegen andere minderheden?
De Southern Poverty Law Center schreef in een vorige maand uitgebracht rapport dat „de meest dramatische verandering” de sterke toename van anti-islamitische haatgroepen was. Volgens de criteria van het centrum groeide dat aantal van 34 in 2015 tot 101 vorig jaar. Ook Oppenheimer constateert dat moslims nu het zwaarst onder vuur liggen. Maar, schrijft hij: „Het begint misschien niet bij ons, maar het eindigt altijd bij ons.”
Volgens cijfers van de FBI lagen in 2014 Joden nog meer onder vuur dan moslims. Van alle religieus gemotiveerde haatmisdrijven waren toen in 57 procent van de gevallen Joden het slachtoffer en in 16 procent moslims.
Hoe precies zijn de cijfers?
De cijfers van de FBI zijn gebaseerd op statistieken van de politie. Die geven echter nier per se een nauwkeurig beeld. Persbureau AP analyseerde bijvoorbeeld dat 2700 politieafdelingen hun cijfers niet of onvolledig invul-len.