Dat stelt de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) in een woensdag verschenen rapport.

De inspectie noemt de vaccinatiegraad onder schoolkinderen goed. Bij kleuters is die wat lager, maar redelijk stabiel. De zorgelijke situatie bij zuigelingen wijt de inspectie aan onvoldoende kennis van de ziektes bij ouders en ’uitvoerders ’ in de jeugdgezondheidszorg, zoals consultatie-artsen en -verpleegkundigen.

Inspecteur-generaal Kingma van de IGZ noemt het zorgelijk dat de daling van het aantal inentingen bij zuigelingen mede veroorzaakt wordt door de kritische houding jegens inenting van de ouders. Deze daling doet zich onder andere voor in de grachtengordel in Amsterdam.

Volgens een woordvoerster van de IZG heeft dat te maken met de sterke vertegenwoordiging van de organisatie ”Kritisch prikken” aldaar. „Dat versterkt met name bij hoogopgeleide mensen de angst voor de mogelijke bijwerkingen van vaccinaties. De risico’s die kunnen optreden door niet te vaccineren, verdwijnen bovendien steeds meer naar de achtergrond doordat klassieke kinderziektes niet meer zo veel voorkomen als vroeger.”

In gebieden met een orthodox-christelijke bevolking steeg het aantal inentingen licht, aldus het rapport.

Sinds twee weken ligt in consultatiebureaus een vernieuwde brochure van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De brochure beschrijft uitvoerig tot welke risicovolle bijwerkingen het niet-vaccineren zoal kan leiden.

Sinds 1957 worden jaarlijks in Nederland ongeveer 800.000 kinderen tussen nul en negen jaar geprikt tegen bijvoorbeeld ook kinkhoest en tetanus. Het gaat om 2 miljoen vaccinaties per jaar.