Zand strooien met Klaas Vaak; koken met Rien
Titel:
”Het Kabouterkookboek”
Auteur: Rien Poortvliet
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2003
ISBN 90 2428 977 7
Pagina’s: 94
Prijs: € 14,95; Titel: ”Tussen gaap en slaap”
Auteur: Rien Poortvliet en Wil Huygen
Uitgeverij: Kok, Kampen, 2003
ISBN 90 4350 753 9
Pagina’s: 124
Prijs: € 15,25.
Een boek van Rien Poortvliet ziet er altijd uit als een klassieker door zijn prachtige, tijdloze illustraties. In het ”Kabouterkookboek” vinden we een heerlijke mix van ouderwetse gerechten en moderne lekkernijen terug, met bij elk recept een illustratie van Poortvliet. ”Tussen gaap en slaap” is een prentenboek voor de jeugd en vertelt over het dagelijks leven van Klaas Vaak.
”Het Kabouterkookboek” vertelt ons in korte, krachtige bewoordingen hoe je lammetjespap, gehaktbrood en griesmeelpudding kunt bereiden. Je stuit als lezer zowel op moderne recepten, zoals de hamburger en paella, als op evergreens zoals erwtensoep en appeltaart. Bij elk recept staat duidelijk opgesomd wat je nodig hebt, wat je alvast klaar kunt zetten en hoe je het maakt.
De werkbeschrijvingen zijn helder. Af en toe staat er bij het recept dat de vermelde ingrediënten voor één persoon zijn. Bij de overige recepten staan geen aantallen. Een nadeel, want als je iets minder bekend bent met hoeveelheden is het soms lastig om in te schatten voor hoeveel personen een gerecht is. Bij de recepten staat ook geen bereidingstijd. De illustraties van Rien Poortvliet maken er een gezellig kookboek van. Nadeel is dat je de beschreven gerechten niet afgebeeld ziet.
Van heel ander kaliber is het boek dat Rien Poortvliet samen met Wil Huygen maakte, ”Tussen gaap en slaap”. Het boek is al eerder uitgegeven onder een andere titel, maar geheel herzien.
Het boek opent met een uitgebreide kennismaking met Klaas Vaak. Wie is hij, wat doet hij op een dag (door de week of in het weekend maakt niet uit, want iedereen moet elke nacht slapen en dus is Klaas Vaak 24 uur per dag in touw!) enzovoort.
De lezer maakt kennis met zijn huisgenoten. Suzanne het ezeltje vliegt met Klaas Vaak elke nacht de wereld rond. Door middel van een uitgebreide uitleg wordt verhaald hoe Klaas Vaak gebruikmaakt van de tijdszones en zo in twaalf uur alle wereldbewoners, mensen én dieren, heeft bestrooid.
Verder heeft Klaas Vaak een hulp in de huishouding, Roberta. Roberta is een stokoud elfje dat de hele dag boent en schrobt en kookt. En als laatste woont Petronius in het immense kasteel. Het kleinste uiltje van de wereld. En het geniaalste, want hij kan het weer voorspellen en kent alle tijdsverschillen op de wereld uit zijn hoofd.
Klaas Vaak vergadert elke dag nieuw toverzand, dat zorgvuldig wordt opgeslagen. Een ingewikkelde procedure die steeds minder effectief werkt door alle vervuiling in het milieu. Hij traint ook elke dag in het mikken, want als hij het zand steeds verkeerd zou gooien, zou hij er elke nacht nog veel langer over doen. Daarna moet het zand worden rondgebracht.
Uiteindelijk heeft ook Klaas Vaak wat vrije tijd. Dan vertelt hij sprookjes aan Suzanne. Een van de sprookjes is in het boek opgenomen: het abc van de slaap. In het bewuste abc is iedere letter voorzien van een illustratie, een gedichtje en een korte uitleg over het afgebeelde dier. Alhoewel het geheel eerder overkomt als een dieren-abc waarin het nachtelijk rusten af en toe ter sprake komt, is het een grappig abc met leuke weetjes over de dieren.
Het boek heeft een mooie lay-out, maar dat garandeert natuurlijk niet direct een goed product. Het begint al met de korte intro: Waarom moeten wij iedere dag naar bed? Deze vraag wordt kernachtig beantwoord: (…) „je moet slapen, anders ga je dood. Je kunt één, twee, drie of heel misschien zelfs vier nachten overslaan, maar dan gaat het mis. Je ogen vallen dicht, je kunt niet meer denken, je hebt geen macht meer over je armen en benen, en nog een heleboel meer. En dan gaat je hart stilstaan.”
Daarna wordt vermeld dat Klaas Vaak er gelukkig voor zorgt dat we wel elke nacht in slaap vallen, door zand in onze ogen te strooien. Niet alleen door scherpe woordkeuzes als deze ben ik ertoe geneigd de doelgroep van dit prentenboek enigszins te wijzigen. Het wordt namelijk aangeboden als prentenboek voor de jeugd die nog graag verhaaltjes leest of krijgt voorgelezen. Voor die doelgroep vind ik het boek absoluut niet geschikt. De tekst is qua niveau eerder afgestemd op een leeftijdloze lezer, aangezien de formuleringen van een volwassene het sprookjesachtige verhaal van een kind vertellen.
”Tussen gaap en slaap” is eigenlijk een misser door de afstand tussen doelgroep en product. Als het boek (nogmaals) herzien zou worden en dan geheel tot de volwassen liefhebber zou worden gericht, zou het volgens mij een grotere kans van slagen hebben. Het valt nu eigenlijk tussen wal en schip.