Ruzie over schuld mishandelingen
Er heerst binnen het Amerikaanse ministerie van Defensie duidelijk onenigheid over de verantwoordelijkheden die de basis vormen voor de mishandelingen in Irak die onlangs aan het licht zijn gekomen.
Dit bleek dinsdag tijdens de voortzetting van het onderzoek van de commissie defensie van de Senaat naar de oorzaken van deze affaire.
Generaal Antonio Taguba rapporteerde in maart over de mishandelingen, die volgens hem „wijdverbreid” en „systematisch” waren. Hij verklaarde tegenover de senaatscommissie dat het „ongebruikelijk” is dat leden van de militaire inlichtingendienst militaire bewakers opdracht geven om gevangenen te „prepareren” voor ondervragingen. Volgens Taguba moet er daarom onderzocht worden in hoeverre de militaire inlichtingendienst en particuliere ondervragers verantwoordelijkheid dragen voor de mishandelingen.
Taguba werd onmiddellijk tegengesproken door plaatsvervangend minister van Defensie Stephen Cambone. Deze is verantwoordelijk voor het inlichtingenbeleid van defensie. Het is volgens Cambone „normaal” dat bewakers en inlichtingenspecialisten in gevangenkampen „nauw samenwerken” om ervoor te zorgen dat men zoveel mogelijk bruikbare inlichtingen verzamelt uit verhoren. „Hoe kunt u in vredesnaam militaire bewakers verantwoordelijk stellen, als jullie het over deze kwestie al niet eens blijken te zijn?” vroeg senator Edward Kennedy.
Volgens het hoofd van de militaire inlichtingendienst, generaal Alexander, waren de mishandelingen het werk van een kleine groep „ongedisciplineerde bewakers.” Onderzoek had volgens Alexander uitgewezen dat de militaire inlichtingendienst hier geen verantwoordelijkheid droeg. Zowel Democratische als Republikeinse leden van de commissie achtten dit erg onwaarschijnlijk. „Gezien het feit dat er al 83 aparte onderzoeken lopen naar mishandelingen en het feit dat er in Irak en Afghanistan minstens 25 gevangenen zijn overleden -of vermoord- lijkt mij deze verklaring bijzonder ongeloofwaardig”, aldus Republikeins senator Susan Collins.
Een van de conservatieve Republikeinse senatoren, James Inhofe, zei zich op te winden over de consternatie die er over de mishandelingen is ontstaan. „Het gaat hier om gevangenen die waarschijnlijk Amerikaans bloed aan hun handen hebben”, aldus Inhofe.
Zijn collega John McCain wees erop dat Amerikaanse militairen extra gevaar lopen als zij in vijandelijke handen vallen als Amerika zich niet aan internationale afspraken zoals de Conventies van Genève houdt. McCain wees verder op het verschil in cultuur tussen Amerika en Amerika’s vijanden. Reagerend op het onthoofden van de Amerikaan Nick Berg door een radicale islamitische groep zei McCain: „Wij onderzoeken mishandelingen en roepen de daders ter verantwoording. Deze groep vermoordt onschuldigen door aanslagen en door zulke stuitende executies.”
Er was dinsdag ook onduidelijkheid over de rol van generaal Geoffrey Miller in de mishandelingen. Miller was commandant van Camp Delta op de militaire basis Guantanamo Bay in Cuba. Daar houden de Amerikanen 600 buitenlanders vast. Miller bezocht vorig jaar in augustus en september met enkele van zijn ’specialisten’ Irak, waar hij „aanbevelingen” deed voor de behandeling van Iraakse gevangenen. Kort na zijn bezoek begonnen de systematische mishandelingen van gevangenen. Miller is inmiddels overgeplaatst naar Irak en is daar verantwoordelijk voor alle gevangenkampen. Volgens Stephen Cambone is Miller niet de architect van het wanbeleid tegenover gevangenen. Sommige senatoren namen geen genoegen met deze verklaring. Zij willen dat Miller zelf voor hun commissie verschijnt.