Kerk & religie

Middeleeuwse gelovigen kregen „een briefje uit de hemel”

„Je krijgt geen briefje uit de hemel”, verzuchten mensen weleens bij het maken van een moeilijke keuze. In de middeleeuwen droegen gelovigen echter zogenaamde ”hemelsbrieven” op hun lichaam. Ze boden bescherming in gevaren, meenden ze.

Klaas van der Zwaag
22 February 2017 14:33Gewijzigd op 16 November 2020 09:52
Rosanne Hebing beeld RD
Rosanne Hebing beeld RD

Zelfs in deze tijd bestaan deze hemelsbrieven nog, zegt Rosanne Hebing. Ze promoveerde woensdag aan de Radboud Universiteit Nijmegen op hemelsbrieven in middeleeuwse Engelse bronnen. Hebing (1985) is docent Engels, onderzoeksvaardigheden en wetenschapfilosofie aan de Iselinge Hogeschool te Doetinchem.

Hemelsbrieven zijn teksten die erop gericht zijn allerlei onheil –variërend van natuurgeweld tot valse getuigenissen en problemen tijdens de bevalling– af te wenden. Ze waren met name in de latere middeleeuwen populair en zijn overgeleverd via boeken en rollen met religieuze, medische en magische teksten en afbeeldingen.

Hemelsbrieven dateren uit de vierde eeuw. De eerste hemelsbrief in een Engelse bron was de Latijnse ”Epistola Salvatoris” (heilaanbrengende brief). Het is een apocriefe brief die Christus gestuurd zou hebben aan koning Abgar van het Syrische Edessa om Abgar te genezen van een kwaal die hem tergde en om zijn stad te beschermen tegen de vijanden. Daarbij zou Christus een passage hebben toegevoegd, naadloos aansluitend op de brief zelf, waarin wordt uitgelegd hoe de tekst als amulet gebruikt kon worden.

Het zijn dus brieven ván de hemel en niet gericht aan de hemel?

„Ja, mensen zagen ze als een persoonlijk woord van God, Christus of een van de heiligen. Men beschouwde deze als op de een of andere manier naar deze aarde gezonden. De idee van vallende geschriften uit de hemel kwam al veel eerder voor, bijvoorbeeld in oude Egyptische tradities. Hemelsbrieven hadden vooral een beschermende functie en mensen droegen ze daarom als een soort amulet op het lichaam. Ze zouden de dragers bewaren voor allerlei soorten van onheil, variërend van ziekten tot het optreden van valse getuigen. Zwangere vrouwen verwachtten van een hemelsbrief een voorspoedige geboorte van hun kinderen. Al kwamen deze brieven dan niet van de mens, je moet ze wel zien als gebeden opzonden tot God.”

Hoe kwamen de gelovigen aan de brieven?

„Ze maakten vaak deel uit van bestaande verzamelingen van handschriften. Geestelijken kopieerden en vermenigvuldigden ze, maar ook gelovigen zelf wanneer ze konden schrijven. Uit onderzoek is gebleken dat de brieven massaal verspreid werden.”

Was het een soort van volksdevotie?

„Zo kun je het inderdaad noemen. De officiële kerk waarschuwde ertegen en verkondigde regelmatig dat het eens afgelopen moest zijn met deze praktijken. De lagere geestelijkheid voorzag in deze behoefte door de gelovigen ter wille te zijn. Voor hen speelden hemelsbrieven een belangrijke rol in het dagelijks leven.”

Ik kan me voorstellen dat de Reformatie deze praktijken als bijgeloof zag.

„Klopt, ik zag bij een van de tentoongestelde hemelsbrieven in Engeland dat de introductie was doorgekrast. Daarin stond dat de desbetreffende brief door God aan paus Leo was gericht. Die gaf hem vervolgens weer door aan Karel de Grote opdat die succes zou hebben in de strijd tegen zijn vijanden.

Maar ook na de Reformatie bleven deze hemelsbrieven functioneren, zelfs tot op deze dag. Op de lichamen van soldaten tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn stukjes papier met daarop een hemelsbrief gevonden. Een Nederlandse versie van de ”Prière de Charlemagne” (Gebed van Karel de Grote), een hemelsbrief uit de middeleeuwen, circuleert nog steeds op internet. Mensen van nu hebben behoefte aan troost en bescherming, net zoals ze dat in de middeleeuwen hadden.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer