Weeshuis leverde bruiden voor Kaapkolonie
Omdat kolonisten in Zuid-Afrika om vrouwen verlegen zaten, werden eind zeventiende eeuw meisjes uit het Rotterdamse Burgerweeshuis gehaald en op een boot van de VOC gezet om ze uit hun eenzaamheid te verlossen. Onderzoek naar dit historische feit bracht Pauline Vijverberg tot een boek erover: de op ware feiten gebaseerde historische roman Het Suikervogeltje. Het boek verschijnt komende week.
De in Johannesburg wonende Nederlandse stuitte op het fenomeen in een boek van James Michener, Het Verbond. Vijverberg ging op onderzoek uit in archieven. Ze stuitte ook op een ander boek, dat de Britse arts Geoffrey Dean in 1963 schreef over de stofwisselingsziekte porfyrie. „Een van de meisjes uit het Burgerweeshuis, Ariaan, blijkt de ziekte in Zuid-Afrika te hebben geïntroduceerd. Maar ze werd ook de stammoeder van een van de grootste families in het gebied, de Van Deventers”, aldus Vijverberg. Ariaan is de hoofdpersoon uit Het Suikervogeltje.
De bruidenjacht in Rotterdam was een initiatief van Simon van der Stel, gouverneur van Kaap de Goede Hoop. Vijverberg heeft van acht meisjes uit het Burgerweeshuis met zekerheid kunnen vaststellen dat ze de barre zeereis naar de Kaapkolonie ondernamen, aan boord van de ‘China’. „Het was wel vrijwillig en het bood ook kansen. Deze meisjes moesten met achttien het weeshuis verlaten en hadden in de maatschappij niet veel mogelijkheden.”
De bruiden, vanaf zestien jaar, kregen een soort contract, met een ontsnappingsmogelijkheid: „Als het echt niet ging daar, konden ze na vijf jaar mee terugvaren.” Volgens Vijverberg moesten ze in ieder geval trouwen met een van de mannen die op het boerenland aan de slag waren gegaan.
Ariaan monsterde aan samen met Willemijn, haar jongere zusje. Ze trouwde met Gerrit van Deventer. „De Van Deventers vind je in het Zuid-Afrika van nu nog overal”, aldus Vijverberg. Willemijn deelde haar leven met een chirurgijn en kreeg met hem een zoon: Hendrik Biebouw. Deze zou in 1707 geschiedenis schrijven door uit te roepen „Ik ben een Afrikaander”, waarmee dit als een nieuwe nationaliteit werd benadrukt.
Of er nog meer meisjes uit andere weeshuizen naar Kaap de Goede Hoop op huwelijksmissie zijn gegaan, heeft Vijverberg niet onderzocht. Maar het lijkt haar bepaald niet uitgesloten.