„Rubberkorrels mogelijk toch risicovol”
De stoffen in de rubberkorrels op kunstgrasvelden hebben mogelijk toch gezondheidseffecten bij mensen. Dat zou blijken uit nieuw onderzoek van de Vrije Universiteit Amsterdam dat woensdag wordt gepresenteerd in het programma Zembla.
De onderzoekers deden proefjes met zebravisjes en zebravisembryo’s, die werden blootgesteld aan water waarin de korrels hebben gelegen. Het gevolg: „De embryo’s gaan dood en de visjes vertonen gedragsverandering.”
Onderzoeksleider Jacob de Boer adviseert mensen in een persbericht van Zembla om niet te te sporten op kunstgrasvelden met rubbergranulaat. „Ik zou het zelf niet doen”, aldus de hoogleraar.
Het is volgens de onderzoekers nog te vroeg om te zeggen of de stoffen in het rubbergranulaat ook schadelijk zijn voor mensen. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) concludeerde eerder dat voetballen op kunstgrasvelden die zijn ingestrooid met rubberkorrels niet gevaarlijk is.
Over het gebruik van de rubberkorrels ontstond vorig jaar ophef na een uitzending van Zembla. Deskundigen legden daarin een verband tussen rubbergranulaat, dat op kunstgrasvelden ligt, en kanker. Het RIVM oordeelde later dat de stoffen die in de korrels zitten slechts in zeer lage hoeveelheden vrijkomen
De bandenbranche kondigde woensdagochtend maatregelen aan om te voorkomen dat de ‘normendiscussie’ over rubbergranulaat blijft ‘voortwoekeren’, terwijl uit meerdere onderzoeken zou zijn gebleken dat er geen verband is tussen sporten op rubbergranulaat en kanker. Er komt een eigen norm voor de rubberkorrels, meldt belangenvereniging Band en Milieu (BEM).
De norm heeft betrekking op de schadelijke polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s) in de rubberkorrels. „Van de acht belangrijke PAK’s mag voortaan maximaal 20mg/kg in het granulaat zitten”, aldus de vereniging, die de norm wil opleggen aan BEM-gecertificeerde producenten.
Hoogleraar De Boer waarschuwt echter dat naast de PAK’s ook andere stoffen in het rubbergranulaat zitten. „Organische stoffen, geen metalen. En die kunnen een toxisch effect hebben. Dat moet in kaart worden gebracht.”