Eis bezwaarden Katwijk afgewezen
De Haagse rechtbank heeft dinsdagmorgen de eisen van de bezwaarde hervormde wijkgemeenten De Noord en Morgenster in Katwijk aan Zee afgewezen. De Katwijkse centrale kerkenraad hoeft de predikanten ds. W. van Vlastuin en ds. A. Vlietstra niet te laten preken in de Oude en de Nieuwe Kerk. Wel krijgen beide predikanten tot 1 augustus hun traktement.
In de uitspraak, die dinsdagmorgen om tien uur bekend werd, wordt gesteld dat het „uitgangspunt in dit geding is dat door het besluit van 12 december (…) het opgaan van de Nederlandse Hervormde Kerk in de Protestantse Kerk in Nederland definitief is geworden.” Dat de stemverhouding en overtuigingen plaatselijk totaal afwijken van de landelijke meerderheid kan daar, volgens de rechter, niet aan afdoen. „Van eisers mag worden verwacht -en dat is het uitgangspunt- dat zij naar de regels van het recht en volgens democratisch principe zich neerleggen bij genomen meerderheidsbesluiten.” De rechter constateert dat de bezwaarden „volgens de PKN zullen moeten kiezen of delen: of ze maken voortaan deel uit van de PKN met aanvaarding dat hun geloof en geloofsopvatting niet door ieder ander in de PKN (volledig) worden gedeeld, of zij volgen de NHK niet in de PKN en zullen voortaan in een eigen kerkgenootschap verder moeten gaan.”
De rechter sprak uit dat „nu eisers hebben aangegeven geen onderdeel te willen uitmaken van de PKN” dat in beginsel met zich meebrengt „dat zij geen aanspraken jegens gedaagde geldend kunnen maken, waaronder de aanspraken op het doorbetalen van het traktement van de predikanten, het gebruik van de huisvesting door hen en van de kerkgebouwen door alle (ontvankelijke) eisers.”
De rechter oordeelde verder „dat alleen om de predikanten gelegenheid te bieden om na de uitspraak in dit vonnis op andere wijze voorzieningen te treffen, gedaagde (de centrale kerkenraad, red.) zal worden veroordeeld om de predikanten tot 1 augustus 2004 door te betalen.” De rechter neemt daarmee nog in aanmerking „de minimumtermijn van drie maanden die gedaagde zichzelf in de protestantse kerkorde heeft opgelegd.”
De bezwaarde hervormden in Katwijk aan Zee hadden het kort geding aangespannen omdat ze het niet eens waren met veranderingen in het preekrooster. Zo mochten ds. Van Vlastuin en ds. Vlietstra, die hadden verklaard per 1 mei niet mee te kunnen naar de PKN, niet meer preken in de Oude en de Nieuwe Kerk in het vissersdorp. De kerkenraad had hun de Pniëlkerk en de Ichthuskerk toegewezen. De rechter deed donderdag 29 april een voorlopige uitspraak, waarbij hij de centrale kerkenraad in het gelijk stelde wat betreft de erediensten van zondag 2 en 9 mei.