Buitenland

Amnesty: Zuid-Irak helemaal niet veilig

Het zuiden van Irak is lang niet zo veilig als de westerse bezettingsmacht het voorstelt. De lokale bevolking zegt dat gewapende bendes ongestraft tientallen of zelfs honderden mensen hebben gedood.

Buitenlandredactie
11 May 2004 10:26Gewijzigd op 14 November 2020 01:13

Dat zegt Amnesty International in een dinsdag verschenen rapport. Het rapport heeft betrekking op de Britse sector in Irak, waaronder ook het gebied valt waar de Nederlandse troepen zijn gestationeerd. „We krijgen te horen dat het zuiden van Irak relatief veilig is, maar de Irakezen daar schetsen een heel ander beeld”, zegt directeur Kate Allen van Amnesty. „De mensen leven in angst voor bendes die straffeloos kunnen toeslaan.”

Volgens de mensenrechtenorganisatie zijn veel mensen bang om zelfs maar over de bendes te praten. Ze zeggen niet te kunnen rekenen op de in het gebied gelegerde soldaten of op de Iraakse politie.

Amnesty zegt in het rapport verder dat Britse soldaten talloze keren Iraakse burgers hebben doodgeschoten terwijl er geen sprake was van een bedreigende situatie. In veel te weinig gevallen is een onderzoek ingesteld, zegt Amnesty. Bij een incident schoot een soldaat een meisje van 8 dood, van een afstand van zo’n zestig meter, vertelde een ooggetuige Amnesty. De dood van het meisje is nooit goed onderzocht.

In het zuiden van Irak hebben rebellen een oliepijpleiding opgeblazen en een enorme brand veroorzaakt, waardoor de dagelijkse olie-export van Irak met ongeveer 25 procent is verminderd. Een bron bij de Iraakse Southern Oil Company heeft dit maandag gezegd. De explosie deed zich zaterdag voor onder de pijpleiding op het schiereiland Faw, ongeveer vijftig kilometer ten zuiden van Basra.

Volgens Jabber Luyaibi, de algemeen directeur van de maatschappij, is een zes meter groot gat geslagen in een van twee pijpleidingen die van Basra naar Faw lopen. Technici zouden er in geslaagd zijn de oliestroom van de beschadigde leiding over te hevelen naar de andere leiding.

Een medewerker van de State Oil Marketing Pipeline noemde de schade aanzienlijk. De capaciteit van de tweede pijpleiding is volgens deze bron te gering om de oliestroom van beide leidingen over te nemen en de export is dan ook met 450.000 vaten per dag gedaald tot 1,2 miljoen vaten.

Paul Horsnell, een medewerker van Barclays Bank, zei dat de schade vermoedelijk beperkt zal blijven tot een tijdelijk negatief effect op de export. Volgens Horsnell is de betekenis van de aanslag dat nu ook de zuidelijke infrastructuur wordt aangevallen.

Er zijn herhaaldelijk aanslagen gepleegd op de noordelijke pijpleiding naar Turkije. Aanslagen op de zuidelijke oliefaciliteiten, die goed zijn voor 90 procent van de export, waren tot dusverre zeldzaam. Een zo’n aanval vond plaats eind april, toen zelfmoordactivisten in boten Iraakse pompstations in de Golf aanvielen, waardoor de olie-export korte tijd stil kwam te liggen.

Spanje heeft een Amerikaans verzoek om met zijn troepen in Irak een religieuze leider gevangen te nemen of te doden naast zich neergelegd omdat een dergelijke operatie in strijd zou zijn met het humanitaire doel van zijn missie in het land. Dat heeft de Spaanse minister van Defensie, Jose Bono, maandag gezegd.

Bono trad niet in details over het verzoek van de commandanten van het Amerikaanse leger in Irak aan de Spaanse troepen en het was niet duidelijk of met de religieuze leider de opstandige sjiitische geestelijk Muqtada al-Sadr werd bedoeld. „Een bezettingsmacht kan offensieve acties uitvoeren”, zei de minister. Maar aangezien Spanje geen troepen naar Irak had gestuurd om het land te bezetten, was het in geen enkel geval bereid een religieuze leider, dood of levend, uit te leveren aan de bezetters, aldus Bono.

De commandant van de Spaanse troepen in Irak, generaal Enrique de Ayala, zei dat hem in april was gevraagd om offensieve acties uit te voeren. De Ayala zei dat Spanje op dat verzoek had geantwoord dat zijn troepen daar niet voor gekomen waren en er ook niet voor uitgerust waren.

Spanje is bezig al zijn troepen uit Irak terug te trekken. Momenteel zijn er nog ongeveer duizend Spaanse soldaten in Irak, die daar het materieel verzamelen dat hun dertienhonderd onlangs teruggekeerde collega’s hebben achtergelaten. De soldaten zullen naar verwachting een paar dagen voor de door de Spaanse regering gestelde deadline van 27 mei terug zijn in Spanje. De Spaanse basis in de Zuid-Iraakse stad Diwaniyah zal op korte termijn worden overgenomen door Amerikaanse soldaten.

Bij de zittingen van de Amerikaanse krijgsraad zullen geen camera’s worden toegelaten bij de behandeling van de vernederingen van de Iraakse gevangenen. De zaak dient op 19 mei. De verdachte is de 24-jarige Jeremy Sivits, een lid van de militaire politie die als bewaker in de gevangenis werkte. Ook zeker zes andere militairen zullen op korte termijn voor een militaire rechtbank moeten verschijnen.

De bevelhebber over de gevangenis, generaal Janis Karpinski, is door het leger geschorst hangende het onderzoek naar misstanden in Abu Ghraib. Het Amerikaanse leger is in verband met de gebeurtenissen in de gevangenis en meldingen van het Internationale Rode Kruis begonnen met onderzoeken naar de behandeling van gevangenen in alle militaire detentiecentra in Irak.

Zondagavond kwam in de buurt van Bagdad een Amerikaanse militair om het leven toen hij met zijn legervoertuig op een tank botste. Het totaal aantal omgekomen Amerikaanse soldaten in Irak is hiermee opgelopen tot 771.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer