„We moeten ons erfgoed behouden”
Zeilen zitten er niet meer op de wieken. Houtrot slaat her en der toe. Het is niet best gesteld met de stellingmolen van Rhenen. Geld voor een opknapbeurt ontbreekt echter. Restauratie staat voor 2006 op de rol. De toestand van de molen is helaas niet uniek: veel molens in de provincie Utrecht kampen met een slechte onderhoudstoestand.
Met een klap komt een brok vermolmd hout naar beneden als molenaar Henk Bosman de Rhenense stellingmolen in de windrichting probeert te draaien. De historische stellingmolen, een van de laatste in Nederland, verkeert in deplorabele toestand.
De molen in Rhenen staat op een van de weinige overgebleven delen van de oude stadsmuur. Hij is de opvolger van een middeleeuwse standaardmolen. Vanwege het prachtige uitzicht op de historische binnenstad staat de molen bekend als een panoramamolen.
Uitkijkend over de daken van het Rhenense centrum wijst Bosman aan wat er na de Tweede Wereldoorlog nog overeind stond in de stad. „De rode daken zijn van voor de oorlog en de zwarte daken -die in aantal ruim overheersen- zijn na de oorlog gebouwd.”
De Rhenense molen verkeert in een „redelijk goede staat.” Hoewel volgens het rapport van de stichting inmiddels een restauratie heeft plaatsgevonden aan kap, staartwerk en romp, blijkt de staart zelf -„waarschijnlijk uit 1968”- in slechte staat te verkeren. Sinds de jaren dertig is de molen niet meer in bedrijf en draait hij alleen nog „voor de prins.” In molenaarsjargon is dat de term om aan te geven dat de molen zonder opbrengst draait.
Tot 1968 was de molen ingericht als thee- en koffiehuis. In dat jaar werd hij ondergebracht bij de Stichting de Utrechtse Molens. Sinds 1988 woont Bosman er in. Waar nu de keuken van de familie Bosman is, werd in vroeger dagen het meel opgevangen. De huidige slaapkamer was de luizolder met op de kapzolder daarboven de stenen, waar het malen plaatsvond.
Klein onderhoud aan ’zijn’ molen doet Bosman -in het dagelijks leven meubelmaker en praktijkdocent in het vmbo- zelf. Groot onderhoud verricht de stichting doorgaans. Nu deze in financiële moeilijkheden verkeert, komt de vraag steeds dringender naar boven of het rendabel is om nog geld in de molen te pompen. Bosman is er heel stellig in: „Je bent met een stuk historisch erfgoed bezig. Voor het stadsgezicht is deze molen heel belangrijk. Rhenen heeft nog een redelijk historisch centrum, daar maakt deze molen nadrukkelijk deel van uit.”
De conditie van de 22 molens die de stichting in eigendom heeft, is echter zeer zorgelijk. Voor de komende drie jaar is een bedrag van minstens 4 miljoen euro nodig om de molens in redelijke staat te krijgen.
Het dagelijks onderhoud is goed. De molenaars beheren hun molens met veel enthousiasme. Uit recent onderzoek van Adviesbureau Groen in Montfoort blijkt dat de helft van de molens die de stichting beheert momenteel in restauratie is. De overige hebben allemaal de komende tien jaar een of twee deelrestauraties nodig.
In totaal staan er nog 33 molens in de provincie Utrecht. Tweederde hiervan is ondergebracht in de Stichting de Utrechtse Molens. Langs de oevers van ’t Gein zijn de zeer oude achtkante poldermolens te vinden die Amsterdamse ondernemers als belegging bij hun buitenplaatsen lieten bouwen. Meer zuidelijk staan de wippoldermolens die bij de ontgingen horen die het bisdom Utrecht in de Middeleeuwen uitgaf. Op de historische stadswallen van de kleine vestingstadjes in het zuiden staan fraaie korenmolens waar in feodale tijden de ingezetenen hun graan moesten laten malen. Door heel de provincie Utrecht zijn de korenmolens te vinden.
Volgens Bosman zijn er al veel te veel molens verdwenen. „Honderdvijftig jaar geleden had Nederland nog 10.000 molens. Nu staan er geen 1000 meer. Er is al zo veel gesloopt. Denk aan Amerongen, waar de enige beltmolen uit de provincie is gesloopt. Voor de molen van Elst -de enige grondmolen van Utrecht- is eveneens de vraag of die in functie blijft.”
Vrijwel alle Utrechtse molens kampen met grote achterstanden in onderhoud. De beschikbare financiën zijn ontoereikend geweest. Adviesbureau Groen stelt dat jaarlijks 285.000 euro nodig is om de kosten van onderhoud, belastingen en verzekeringen te dekken. De huidige inkomsten bedragen 130.000 euro. De komende drie jaar is een investering van 4 miljoen euro noodzakelijk om de molens weer in een redelijke tot goede staat te brengen. De Stichting de Utrechtse Molens heeft de noodklok geluid richting het provinciebestuur. Dat zal binnenkort reageren. Bosman: „We moeten zuinig zijn op onze molens. Dit is typisch Nederlands. Het hoort nu eenmaal bij het land waar je woont. Blijven onderhouden dus.”