Jeugd in ons midden, die ik nergens liever wil ontmoeten dan in de loopbaan der godzaligheid, ik wil u toeroepen: Loop hier zo, dat u de prijs mag ontvangen.Ondertussen leert de dagelijkse ondervinding, aan de ene kant met smart, dat er zovelen onder u zijn die geen kennis hebben van deze loopbaan die de opperste Leidsman ons heeft voorgesteld. Laat staan dat zij daarin lopen en zo lopen dat zij de prijs ontvangen.

Aan de andere kant hebben de rechte lopers opwekking en aanmoediging nodig. Wij hebben onderscheiden mensen op het oog, namelijk onkundigen en onwetenden van de wandel van christenen. Wij vragen: Weet gijlieden niet? Snel zullen ze antwoorden: Wij weten niets! Het zijn mensen voor wie het Evangelie bedekt is en voor wie men mag vrezen dat zij verloren zullen gaan, omdat de duivel hun zinnen verblind heeft.

Er zijn ook nog andere medekinderen van de ongehoorzaamheid. Die zijn onwillig, lui en wereldsgezind. Zij lopen niet en kruipen nauwelijks. Zo doen ze in hun dagelijks werk en zo doen ze ook in het werk des Heeren.

M. Verboom, predikant te Dordrecht (Getrouwe zieleraad aan de christelijke Jeugd, 1769)