Methode gelanceerd om voorwerpen in kerk te inventariseren
Veel protestantse kerken bewaren kostbare voorwerpen zoals preekstoelen, orgels, tekstborden en kroonluchters. Een nieuwe handleiding reikt een methode aan om deze op een zorgvuldige manier te inventariseren.
Het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC) en het Museum Catharijneconvent in Utrecht hebben de handen ineengeslagen. Op 18 februari presenteren ze de ”Handleiding voor het opstellen van een kerkinventaris voor protestantse kerken in Nederland en Vlaanderen”. Met deze publicatie in de hand kunnen kerkbesturen zelf aan de slag om hun erfgoed precies te registreren.
Het woord ”inventaris” verwijst zowel naar de aanwezige voorwerpen in een kerkgebouw als naar de lijst daarvan. In de handleiding, die uitsluitend digitaal verschijnt, hanteren de auteurs de tweede betekenis.
Om goed voor een kerkelijk collectie te kunnen zorgen, moet de beheerder in de eerste plaats weten welke voorwerpen er zijn, waar ze zich bevinden en hoe ze er aan toe zijn, schrijven de opstellers. Een inventaris is ook nuttig om wijzigingen in de collectie bij te houden of voor het zelf organiseren van een tentoonstelling.
Beheersplan
In Vlaanderen is men wettelijk verplicht een inventaris bij te houden, volgens een eredienstendecreet uit 2004. De lijst is onmisbaar bij het opstellen van een meerjarig beheersplan, maar ook bij het afsluiten van verzekeringen, het plannen van restauraties of het maken van een calamiteitenplan. Nederland kent geen wettelijke verplichting. Veel kerken beschikken echter wel over een inventaris, omdat men daaruit kan afleiden wat de belangrijke voorwerpen in de kerk zijn.
De handleiding bevat een aantal nuttige tips voor opstellers van een inventaris. Zo is het van belang om bij elk voorwerp telkens dezelfde soort gegevens vast te leggen en consequent dezelfde terminologie te gebruiken. „Het gebruik van gestandaardiseerde woorden- of termenlijsten is ten zeerste aan te raden. Dit is immers een voorwaarde om objecten of collecties te kunnen vergelijken en hieruit relevante conclusies te trekken”, aldus de auteurs.
In de praktijk gebeurt het inventariseren meestal op papier. Dat werkt gemakkelijk, maar het is volgens de handleiding sterk aan te raden de objecten ook digitaal te registreren in een databank. „Voorwerpen registreren in een (online) databank bevordert de eenvormigheid (…). Dankzij die uniformiteit worden gegevens uitwisselbaar, zelfs over de grenzen van een systeem heen. Dat is een grote meerwaarde voor wetenschappelijk onderzoek. De informatie wordt gemakkelijk doorzoekbaar en nieuwe verbanden kunnen worden gelegd.”
Standaardformulier
De opstellers van de handleiding adviseren dan ook te werken met een standaardformulier. Daarop staan alle in te vullen velden, en de gegevens kunnen direct in een digitaal registratiesysteem worden ingevoerd, of eventueel achteraf.
Ook moet er „altijd” een foto worden gemaakt. „Een inventaris zonder foto’s is veel moeilijker te gebruiken. De foto’s zijn bovendien een grote hulp bij diefstal, restauratie en het samenstellen van tentoonstellingen, folders e.d.”
Bij de handleiding is een termenlijst gevoegd met de 92 meest voorkomende objecten in een protestantse kerk, zoals archiefkast, avondmaalsbank, dooptuin en doopvont. De publicatie besluit met een literatuurlijst en een opgave van contactadressen van expertisecentra.
Tips voor inventarisatie
Waar begin je met het opstellen van een kerkinventaris? De nieuwe handleiding biedt veel adviezen aan kerkbesturen. Als eerste: werk in teamverband. „Inventariseren doet u bij voorkeur niet alleen. Stel indien mogelijk een team samen en bespreek vooraf wie wat zal doen. Zorg er voor dat er systematisch wordt gewerkt, zodat er geen dubbel werk wordt gedaan. Bijvoorbeeld een persoon noteert, een andere persoon fotografeert en een derde persoon verwerkt de gegevens in een computerbestand of databank.”
Voor de voorbereiding is het belangrijk om op zoek te gaan naar informatie over het gebouw en het interieur, schrijven de opstellers. „In het archief vindt u mogelijk oudere inventarissen waarin u waardevolle informatie terugvindt. Doe eventueel navraag bij de plaatselijke heemkundigen of oudheidkundige kringen. Mogelijk werd er al eens onderzoek gedaan rond een deel van de collectie.”