Rampenplan niet overal op orde
In 68 van de 496 Nederlandse gemeenten is het rampenplan niet op orde, zo blijkt uit een rapportage die staatssecretaris De Vries (Binnenlandse Zaken) donderdag aan de Tweede Kamer stuurde. Onder de gemeenten waar het rampenplan onvoldoende of niet actueel is, vallen onder meer Amsterdam, Hilversum, Alkmaar en Zutphen.
In een rampenplan moet volgens De Vries onder meer staan welke soorten rampen een gemeente bedreigen, welke diensten en personen in actie moeten komen bij een ramp en hoe de informatievoorziening aan burgers moet verlopen. Met de publicatie van de lijst van gemeenten wil de staatssecretaris ervoor zorgen dat burgers nog voor de gemeenteraadsverkiezingen van 6 maart het veiligheidsbeleid van hun gemeente kunnen beoordelen.
Na de cafébrand in Volendam en de vuurwerkramp in Enschede bleek dat de rampenplannen van veel gemeenten ondeugdelijk waren. Vaak zijn procedures niet goed omschreven of zijn telefoonnummers verouderd. Een oproep van de VVD-staatssecretaris aan gemeenten om de plannen met de grootst mogelijke haast te verbeteren, leverde weinig op. De Vries kondigde daarom onlangs aan dat hij de lijst van gemeenten openbaar zou maken.
De staatssecretaris gaat ervan uit dat de 68 gemeenten hun rampenplannen nog voor de zomer zullen aanpassen. Hij riep de provincies op er scherp op toe te zien dat gemeenten aan de slag gaan. Desnoods moet een provincie een gemeentelijk rampenplan vaststellen op kosten van de gemeente, zo dreigde De Vries. Hij wil ook dat provincies elk halfjaar rapporteren over de kwaliteit en de uitvoering van de gemeentelijke rampenplannen.
Op een persconferentie donderdagmiddag zei De Vries dat „de lessen van Volendam moeten beklijven.” Volgens hem verslapt de aandacht voor rampenbestrijding naarmate een ramp langer geleden is. „Er is gebleken dat niet alle gemeenten er de laatste tijd de noodzakelijke prioriteit aan gaven. Dat mag niet gebeuren.”
Om de ’vrijblijvendheid’ te laten verdwijnen, wil De Vries wettelijk vastleggen dat gemeenten een inventarisatie van de risico’s en een oefenschema maken. Bovendien moet elke vier jaar het rampenplan worden geactualiseerd.
Onder de 68 gemeenten die hun zaken nog niet op orde hebben, zijn opvallend veel Zeeuwse en Noord-Hollandse. Voor Zeeland heeft De Vries wel een verklaring. „Het provinciebestuur daar stelt strengere eisen dan wettelijk is voorgeschreven.” Van de 65 Noord-Hollandse gemeenten hebben er 39 hun rampenplan niet goed voor elkaar. Dat hoge aantal voor de provincie waar vorig jaar de cafébrand plaatsvond, kon de staatssecretaris niet verklaren. „De provincie is de controleur.” Hij kondigde wel aan dat er uniforme regels moeten komen waaraan een rampenplan moet voldoen.
De gemeenten Amsterdam, Alkmaar en Zutphen reageren geprikkeld op de kritiek van De Vries. Zij vinden dat zij hun werk wel degelijk op tijd klaar hebben, maar dat het alleen nog „formeel moet worden goedgekeurd.”
De Vries komt met zijn lijst van gemeenten tegemoet aan een vurige wens van de Tweede Kamer, die al langer aandrong op „meer openheid.” Voor GroenLinks en CDA mag er zelfs nog een schepje bovenop. GroenLinks-leider Rosenmöller wil dat gemeenten die falen bij het opstellen en oefenen van hun rampenplan, onder curatele komen van de provincie. Het CDA vindt dat alle gemeenten hun rampenplan uiterlijk 1 mei op orde moeten hebben. Anders krijgen de gemeenten wat CDA’er Meijer betreft minder geld voor rampenbestrijding.
In de ogen van burgemeester E. Bakker van Hilversum zaait staatssecretaris De Vries volledig onterecht onrust met zijn zwarte lijst. Volgens de burgemeester voldoet zijn stad ruim aan de afspraken die zijn gemaakt met de provincie Noord-Holland. „De staatssecretaris staat buiten deze afspraken maar kent ze wel heel goed”, zegt Bakker. De burgemeester denkt dat de publicatie meer te maken heeft met de komende verkiezingen dan met het dienen van het algemeen belang. „Hij kan beter wat meer geld ter beschikking stellen aan de gemeenten, zodat die hun rampenplan kunnen verbeteren”, aldus Bakker.