Rechtbank Maastricht behandelt NAVO-geschil
De rechtbank in Maastricht acht zich bevoegd te oordelen over een miljoenenruzie tussen de NAVO en brandstofleverancier Supreme.
Dat oordeelde de rechtbank woensdag in het geschil tussen beide partijen, dat draait om de kostprijs van brandstof voor de militaire vredesoperatie ISAF in Afghanistan. Twee NAVO-onderdelen, waaronder het hoofdkwartier van de gezamenlijke strijdkrachten in Brunssum, menen dat voor honderden miljoenen dollars te veel is betaald voor brandstofleveranties in de periode tussen 2006 en 2015. De leverancier, die de zaak aanbracht bij de rechtbank, claimt daarentegen nog honderden miljoenen tegoed te hebben.
De NAVO stelde dat de rechtbank Limburg op basis van immuniteit van de verdragsorganisatie niet bevoegd was over het conflict te oordelen.
In het vonnis stelt de rechtbank echter dat „door het ontbreken van een redelijke alternatieve rechtsgang” deze immuniteit op grond van Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM) moet worden doorbroken. Daarin is het recht op een eerlijk proces gewaarborgd.
De zaak wordt in principe in oktober behandeld, maar in de tussentijd is nog wel hoger beroep tegen de beslissing mogelijk. De NAVO-onderdelen hadden al aangekondigd dat beroep in te stellen.
Het bedrijf Supreme regelde ook de catering voor de Nederlandse Uruzgan-missie in Afghanistan. Supreme bracht Defensie daarvoor 2,8 miljoen euro te veel in rekening en heeft dat bedrag inmiddels terugbetaald.