Kerken krijgen steeds meer oog voor welzijn gedetineerdenen
De kerken in Nederland krijgen steeds meer oog voor het geestelijk welzijn van gedetineerdenen, ex-gedetineerden en voor hun gezinnen. In penitentiaire inrichtingen in Nederland werken zo’n 1500 vrijwilligers uit de kerken. Jan Eerbeek, emeritus hoofdpredikant van justitie: „Ik ben trots op de kerk in Nederland.”
Jan Eerbeek was tot 2013 als hoofdpredikant van justitie in dienst van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Sinds 2013 is hij ook voorzitter van Kerken met Stip, een vereniging die kerken in contact wil brengen met (ex-)gedetineerden. Bij Kerken met Stip zijn inmiddels zo’n tachtig plaatselijke gemeenten aangesloten.
Ds. Eerbeek is al een leven lang geboeid door het betonen van christelijke naastenliefde aan gevangenen, ex-gevangenen en hun gezinnen. „In het justitiepastoraat komen de grote Bijbelse thema’s bijeen. Het gaat over schuld en vergeving, over liefde voor vastgelopen mensen, over het bieden van uitzicht aan hen die geen uitzicht meer hebben, die vastgelopen zijn in het leven. Dat is allemaal heel Bijbels dus.”
Hij heeft, zegt ds. Eerbeek, door een vergrootglas gekeken naar het leven van mensen die een delict hebben gepleegd, welk delict dan ook, hoe ernstig dan ook. „De meesten zitten verstrikt in hun eigen levensverhaal en hebben meer ervaring met de ondergang van het leven dan met de voortgang. Ieder levensperspectief ontbreekt, door eigen schuld of schuld van anderen. Het leven is een puinhoop en een warwinkel van onvermogen. In de regel hebben ze weinig contacten en leiden ze een instabiel leven en vragen zich af: Waar leef ik eigenlijk voor?”
Mensen in de onderwereld zijn niet uit op iemands heil, zegt ds. Eerbeek, maar op iemands onheil. „Hier ligt een grote taak van de kerken in Nederland. Wie gevangenzit, is blij met de verbinding die de kerken hem bieden. De helft van alle gevangenen maakt graag gebruik van de geestelijke verzorging van de kerken, van welke richting dan ook. Christenen onderschatten het belang van kerkelijk werk achter de gevangenismuren.”
In alle justitiële inrichtingen worden op zondag kerkdiensten gehouden. In stiltecentra of sportzalen wordt een liturgietafel geplaatst, een kaars aangestoken en koffie geschonken. „We bidden en lezen met de gevangenen uit de Bijbel. En we zingen ook, want we zijn niet alleen geroepen om in de kerk de lofzang gaande te houden, maar ook achter de gevangenismuren.”
Wat is in het kort de boodschap die u brengt?
„Dat God gereedstaat om vastgelopen mensen met open armen te ontvangen, iedere dag weer. Hij komt ons in Jezus Christus tegemoet.”
Ds. Eerbeek heeft gemerkt dat mensen die vastzitten vaak diepe levensvragen hebben. „Als het leven stil is komen te staan, hebben mensen tijd om na te denken over wat wel en niet van waarde is. Opeens is er ook tijd om aan God te denken. God is in de maatschappij om ons heen bij veel mensen niet meer in beeld, maar in de gevangenis wel. Gevangenen hebben opvallend vaak een of ander vermoeden dat er een God bestaat. Soms hebben ze erover gehoord van opa of oma, soms zijn ze in hun kinderjaren nog weleens in de kerk geweest. In de cel komen zulke herinneringen weer terug. Daarom gaan we met hen de Evangelieverhalen lezen, midden in de rauwe werkelijkheid de Bijbel lezen. De Bijbel roept ons ertoe op de gevangenen te gedenken als medegevangenen. Nou, dat doen we dus.”
In het contact met gevangenen gaan kerkelijke vrijwilligers met hen de diepte in, zegt ds. Eerbeek. „We luisteren naar wat er diep vanbinnen leeft. We zoeken naar waar het geknakt en gebroken is. En met de Bijbel in de hand mogen we hen dan troosten en bemoedigen, en in de diepte vertellen van genezing en perspectief, die uit Gods hand mogen worden ontvangen. Zo kan iemand met kleine stapjes weer nieuw perspectief gaan zien.”
Een ex-gedetineerde zal op zondag niet zomaar een kerk binnenlopen.
„Die drempel van de kerk is te hoog. Ze hebben ook niets met een instituut met een mooie naam op de gevel. Hier ligt voor de kerk nog wel een uitdaging om haar hoge roeping te verstaan. Om de liefde van God tastbaar en zichtbaar te maken aan mensen die de binnenkant van de kerk niet zien.”
Kerken met Stip wil ook praktische hulp verlenen aan gedetineerden en ex-gedetineerden. „Als iemand vrijkomt, moet hij wel huisvesting en werk hebben of nieuwe vaardigheden aanleren. Daar helpen we bij. En als papa in de gevangenis zit, raakt zo’n heel gezin vaak geïsoleerd, want voor kinderen is het moeilijk om te praten over je vader die in de cel zit. Zulke gezinnen zoeken we op.”
Dat zou het maatschappelijk werk ook allemaal kunnen doen.
„Maar de kerk heeft hier ook een taak. Wij doen dit vanuit het Evangelie van Jezus Christus. Dat geeft onze aanwezigheid een eigen betekenis. We willen helpen vanuit onze identiteit, zijn gericht op verdieping, op iemands hart. We proberen de liefde van God voor de mensen voelbaar te maken, heel praktisch. In de wereld van God is iemand nooit afgeschreven. Jezus gaf ook eerst de schare te eten, pas daarna wees Hij op Zichzelf en zei Hij: Ik ben het Brood des levens.”
Ds. Eerbeek preekte eens in de gevangenis te Scheveningen. Wel zo’n zeventig mensen zaten rond een brandende kaars te luisteren naar wat de Bijbel zegt. „Vlak voor de dienst kwam er een Antilliaanse jonge man naar me toe. Hij had een foto van zijn oma bij zich. Hij zei: Mijn oma is de enige geweest die me nooit heeft laten vallen. Ze was er altijd voor mij.”
Maar oma was inmiddels overleden. Die jongen zei: „Vandaag zou oma jarig zijn geweest. Mag ik haar foto op de tafel zetten, zodat ik bij het licht van de kaars kan zien dat oma nu verder leeft bij God?”
Kerst- en paaskaarten
De kerken in Nederland doen veel, vindt ds. Eerbeek. Er zijn vele vrijwilligers en nazorgprojecten die met de kerken verbonden zijn. Kerk in Actie verstuurt ieder jaar met Kerst en Pasen tienduizenden kerst- en paaskaarten naar gedetineerden. Ook Ark Mission doet dat met Kerst. „Gemeenteleden schrijven hun eigen naam op die kaarten. Ze willen daarmee laten weten: we denken aan je. Je hoort erbij.”
Ds. Eerbeek weet nog meer voorbeelden: de protestantse gemeente van Rijsburg zorgt al veertig jaar voor fruitbakjes voor gevangenen. „Die maken ze zelf klaar. Elke appel, elke peer en elke tros druiven leggen ze zelf in die bakjes, om zodoende te laten weten: „Wij vergeten je niet.” Dat is met recht: daadwerkelijk steun verlenen. God werkt nog steeds. In de gevangenis kun je Hem aan het werk zien.”
Presentie in detentie
„Het is niet goed dat de mens alleen is.” Dat geldt ook voor gevangenen. Recent onderzoek naar ons werk wijst dat uit. Juist ”gewone mensen”, die belangeloos naast gevangenen gaan zitten, zijn van grote betekenis. Hun „presentie in detentie” zoals Gevangenenzorg Nederland dat noemt, geeft gevangenen moed en vertrouwen om te proberen de wissel om te zetten naar een levensspoor zonder criminaliteit en slachtoffers. De inzet van vrijwilligers heeft daarom een eigen waarde naast het goede werk van professionele hulpverleners. Onze ruim 600 vrijwilligers komen allemaal uit de kerken. Zij én hun kerkelijke gemeenten kunnen voor gevangenen en ex-gevangenen een palmboom zijn in het Mara van detentie.
Het besef zelf te moeten leven van genade en te geloven in herstel, kan een fontein van hoop zijn voor mensen die weinig perspectief meer zien. Zo mag er invulling worden gegeven aan de Bijbelse oproep om te zien naar gevangenen. Er zijn veel gevangenen die geen bezoek krijgen en niet goed weten hoe ze na detentie het leven weer moeten oppakken. De christelijke gemeente kan een vrijstad zijn naar herstel.
Hans Barendrecht, directeur-bestuurder Gevangenenzorg Nederland
Christelijke maatjes
Ramon Ramdas (55) is geboren in Suriname, maar woont sinds zijn jeugdjaren in Nederland. Hij heeft, zegt hij, verschillende malen gevangengezeten. „Een keer vijftien maanden, een keer vijf maanden, een keer drie maanden enzovoorts. In totaal ongeveer vijf jaar. Het was steeds voor zaken zoals diefstal en oplichting.”
Ramdas komt uit een hindoeïstische priesterfamilie. „Bij mij is het dus misgegaan. Ik raakte aan de drugs, had voortdurend geld nodig, ging aan het stelen. In de gevangenis ontmoette ik ds. Jan Eerbeek. Hij bezocht namens de organisatie Kerken met Stip gedetineerden, las met mij uit de Bijbel, bad met mij. Dat deed mij ontzettend goed.”
In 2006 kwam Ramdas terecht in een christelijk afkickcentrum op de Veluwe. „Daar heb ik gezien wat christelijk liefde is, onvoorwaardelijke liefde. Ook al viel ik meerdere terug in het oude patroon, daar bleven ze van mij houden. In het hindoeïsme heeft de liefde ook een grote plaats, maar daar kent men geen vergeving.”
Het is van belang dat kerken in Nederland omzien naar gedetineerden en ex-gedetineerden, zegt Ramdas. „Vooral als je uit de gevangenis ontslagen wordt. Dan sta je op straat, zonder geld, zonder werk, zonder uitkering. Alle kans natuurlijk dat je terugvalt in je verkeerde leven. Maar ik heb ervaren dat er christelijke maatjes naast me stonden, me hielpen en de weg wezen.”
Terugziende op zijn leven zegt Ramdas: „God is goed geweest, tot op de dag van vandaag. Hij is honderd procent goed geweest voor Ramon. Hij houdt mij boven water.”
Reformatorische betrokkenheid
„Er zijn heel wat vrijwilligers uit reformatorische kerken uit Zuid-Beveland en Tholen betrokken bij kerkdiensten in gevangenissen in Nederland en België. Wat begon in 1995 via een vraag van de Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten is in de loop van de jaren uitgegroeid tot een stichting die als doel heeft kerkdiensten in gevangenissen te ondersteunen.
Een van de belangrijkste zaken voor ons is: trouw. Trouw aanwezig zijn, en betrouwbaar aanwezig zijn. In een omgeving waarin trouw een fata morgana lijkt, is het van groot belang om te laten zien wat trouw is. Zo alleen krijgt aanwezigheid waarde en onderstreept die de boodschap van Gods trouw aan een wereld verloren in schuld. De reformatorische boodschap van zonde en genade is volop actueel. Onze totale verlorenheid maakt ons juist tot de naaste van hen die gestruikeld zijn. Genade krijgt een gezicht door onze aanwezigheid. God zoekt het verlorene. En de duisternis verliest het toch van het licht?
De Naam van Jezus noemen wij daar waar de satan zo veel macht heeft. Jezus ontsteekt het licht. En waar dat licht gaat schijnen, is er hoop en verwachting. Daarom is onze aanwezigheid in de penitentiaire inrichting van levensbelang.”
Jos van Damme, plaatsvervangend voorganger in de Penitentiaire Inrichting te Vught