„Ouder heeft moeilijker toegang tot identiteitsgebonden jeugdzorg”
Gemeenten geven ouders minder gemakkelijk toegang tot de identiteitsgebonden jeugdzorg van christelijke of reformatorische zorgaanbieders sinds de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg is overgeheveld naar gemeenten.
Dat is althans de vrees van deze zorgaanbieders, zo blijkt uit onderzoek in opdracht van de reformatorische samenwerkingsverbanden in het Primair en Voortgezet Onderwijs, Berséba en RefSVO, dat maandag is gepresenteerd.
Om het effect van deze overheveling in beeld te krijgen, legden de onderzoekers een dertigtal stellingen voor aan zo’n tweehonderd respondenten. Deze groep deelnemers bestond voor 20 procent uit zorgaanbieders, dertig procent was wethouder of raadslid. Ongeveer 40 procent was onderwijsmedewerker en 10 procent was ambtsdrager.
Op de stelling ”Ik zie dat ouders toegang tot identiteitsgebonden jeugdhulp ook echt krijgen” antwoordde 45 procent van de zorgaanbieders ontkennend. Zij constateren dus dat ouders verstoken blijven van deze zorg.
De waarneming van de zorgaanbieders op dit punt wordt overigens niet breed gedeeld, zo blijkt uit de enquête. Van alle ondervraagden gezamenlijk blijkt namelijk dat 80 procent te vinden dat de toegang tot de identiteitsgebonden jeugdzorg wel naar behoren verloopt.
Verschillende observaties leven er ook ten aanzien van het gemak waarmee ouders via de gemeente een persoonsgebonden budget kunnen krijgen. Met zo’n budget kunnen ouders alsnog geregeld krijgen dat hun kind identiteitsgebonden zorg ontvangt, bijvoorbeeld wanneer de burgerlijke gemeente geen contract met een christelijke of reformatorische zorgaanbieder gesloten heeft.
In zijn algemeenheid ziet 70 procent van de ondervraagden geen problemen rond pgb-aanvragen. Bestuurders en zorgaanvragers verschillen ook hier echter van mening. Met de stelling ”Ik zie dat ouders/verzorgers een PGB kunnen krijgen waarmee ze identiteitsgebonden zorg kunnen inkopen” is 95 procent van de bestuurders het eens, tegenover slechts 40 procent van de zorgaanbieders.
„Als de zorgaanbieders het juist hebben geconstateerd blijkt hier dus wel degelijk een probleem te liggen”, constateert het rapport.