Samenzwering kwam het koloniale bestuur goed uit
Schijnprocessen, martelingen en executies zijn in de extreem islamitische wereld vandaag de dag schering en inslag. In Indonesië leert de schooljeugd dat Nederlanders in de koloniale tijd ook van wanten wisten.
Op een oude Nederlandse begraafplaats in de Indonesische hoofdstad Jakarta houdt een merkwaardige schandmuur de herinnering aan het wrede einde van Pieter Erberveld levend. Een gruwelijk verhaal duikt op een onverwachte plaats weer op.
Op Taman Prasasti maakt het verkeerslawaai van Jakarta plaats voor het gezoem van insecten. Hoge bomen zorgen er voor welkome schaduw. Er valt op deze begraafplaats veel te zien: kolossale grafstenen uit de zeventiende eeuw sieren de entree en voor je het weet dwaal je rond in het Nederlandse koloniale verleden. Door stadsuitbreidingen verdween in 1957 het grootste deel van dit monumentale kerkhof. Gelukkig bleef er van de 7 hectare ruim 1 hectare over.
De hotelmanager, met zijn nering vlak bij het kerkhof, raadt een bezoek aan de dodenakker af. „Te saai, toch?” klink het. Het is waar, voor Indonesiërs die de Nederlandse teksten niet kunnen lezen, is er weinig aan.
Doodshoofd
Tussen de zerken van Nederlandse notabelen –langs keurig rechte paden– leeft de herinnering voort aan Pieter Erberveld. Indonesië eert hem als de eerste persoon die het durfde opnemen tegen de koloniale machthebbers. Vreemd genoeg is er geen graf van deze nationale held en martelaar. De herinnering aan hem wordt zelfs levend gehouden zonder toelichting of vertaling.
De nagedachtenis is luguber: op een stuk muur staat een spies met, in cement gegoten, een doodshoofd, het hoofd van Erberveld. Op een stenen plaat prijken in ouderwets Nederlands waarschuwende woorden, zelfs voor Nederlanders niet al te makkelijk meer te lezen: „Uyt een verfoeyelyke gedagtenisse teegen den gestraften landverraader Pieter Erberveld sal niemant vermoogen te deeser plaatse te bouwen, timmeren en metselen off planten nu ofte ten eenigen daage. Batavia den 14 april 1722.” Daaronder staat dezelfde tekst in oud Javaans schrift, wat vandaag de dag ook weinigen meer kennen.
Het opschrift maakt nieuwsgierig. Wat is hier in het verleden gebeurd? Wie was deze tot landverrader bestempelde man, die als martelaar een nieuwe identiteit kreeg?
In 1663 wordt Pieter Erberveld in Siam geboren, het huidige Thailand. Ook bij Bangkok had de Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) een handelspost. Pieter is een zogenoemde halfbloed, zoon van een als leerlooier bemiddeld geworden Duitse vader in Nederlandse dienst en een lokale Siamese vrouw. In 1671 verhuist het gezin Erberveld naar Batavia, de hoofdstad van het toenmalige Nederlands-Indië. Pas daar wordt Pieter gedoopt, want in Siam had de VOC geen eigen predikanten.
Na het overlijden van Erberveld senior erft zoon Pieter een omvangrijk landgoed bij Batavia. Als de VOC hier stadsuitbreiding wil plegen, wil Erberveld van geen verkoop weten. Het bestuur van de kolonie verzint een list: volgens gouverneur-generaal Hendrick Zwaardecroon zijn Erbervelds papieren „niet in orde.” Deze heeft daardoor een probleem. Eind 1721 ontdekt het stadsbestuur van Batavia vervolgens een mogelijke samenzwering tegen het koloniale gezag, met als doel alle Europeanen in Batavia te vermoorden. Een inlandse slaaf die het vermeende complot bij justitie meldt, wijst Erberveld aan als het brein. Dat juist de halfbloed Erberveld erachter zou zitten, komt het bestuur van Batavia goed uit. Zo kan men ook de problemen rond diens landgoed en de stadsuitbreiding verder oplossen.
Rechtvaardig
Erberveld wordt samen met negentien van zijn slaven opgepakt en gemarteld. Na hevige folteringen bekennen alle verdachten, ook Erberveld. Vanaf de pijnbank verwijst hij voor de tekst van de plannen naar een kast in zijn huis. Die laden blijken later leeg.
Alle beklaagden worden ter dood veroordeeld en komen op een gruwelijke wijze aan hun einde. Zelfs voor die tijd gaat het er extreem aan toe: Erberveld, 59 jaar oud, wordt „agterwaarts op een kruys gebonden, de regterhand afgekapt, met gloeyende tangen op de borst, armen en beenen geknepen en het vlees daeruyt gehaelt; dan van onderen op het ligchaem geopent, het hart deartuyt gehaalt en in ’t gesicht geworpen, en verders het hoofd afgekapt en in stukken gehouwen.” Zijn vier ledematen worden buiten de stad opgehangen „ten proye der vogelen.”
De terechtstellingen vonden plaats onder het gezag van de in onze geschiedenisboeken als „bekwaam en rechtvaardig” bekendstaande eerdergenoemde gouverneur-generaal Hendrick Zwaardecroon.
Japanners
Het huis van Erberveld wordt gesloopt en om de resten bouwt men een schandmuur. Daarbovenop plaatst men het afgehakte hoofd van Erberveld. In de muur komt een steen met een inscriptie als waarschuwing voor iedereen die zich ooit nog plannen in het hoofd haalt om zich tegen het koloniale bestuur te keren. Nooit mag iemand meer op deze grond iets bouwen of planten.
Vanaf die dag lopen de inwoners van Batavia ’s zondags als ze naar de protestantse Buitenkerk gaan gruwelend langs deze plek. Vooral mensen van gemengd bloed storen zich aan deze schandmuur. Het Indo-Europees Verbond, een vereniging van inwoners van Nederlands-Indië van gemengd bloed, ijverde jarenlang voor de verwijdering van dit symbool van wreedheid en partijdige rechtspraak. Uiteindelijk wordt de schandmuur pas na meer dan 200 jaar –ten tijde van de Japanse bezetting in de Tweede Wereldoorlog– weggehaald. Deze krijgt later een plaats op de begraafplaats Taman Prasati.
Op de plaats van het huis van Erberveld wordt pas weer in 1986 gebouwd: er verrijst dan een showroom van een Toyotadealer.