Het bedrag van 2,65 miljard dollar, na belasting 1,64 miljard dollar, gaat naar beleggers die tussen eind april 1999 en 25 juni 2002 aandelen of obligaties kochten van WorldCom. Ze hadden Citigroup aangeklaagd omdat het concern betrokken zou zijn geweest bij de omvangrijke boekhoudfraude bij WorldCom. Het telecombedrijf is na een periode van surseance verdergegaan onder de naam MCI.

Citigroup blijft erbij zich niet schuldig te hebben gemaakt aan wetsovertreding. De schikking is volgens het concern alleen getroffen om een eind te maken aan de onzekerheden en lasten van langdurige juridische procedures. „Het is belangrijk dat we dit ongelukkige hoofdstuk achter ons laten", aldus topman Charles Prince.

Voor de betaling aan WorldCom–beleggers en mogelijke schadeloosstellingen in andere nog lopende procedures, waaronder die over het bankroet van het energieconcern Enron, heeft Citigroup een voorziening van 4,95 miljard dollar getroffen ten laste van het resultaat over het tweede kwartaal van dit jaar.

Schandalen als die rond WorldCom en Enron waren voor Citigroup en andere Amerikaanse banken aanleiding hun structuur te wijzigen om belangenconflicten te vermijden. Zo werd de divisie zakenbankieren strikt gescheiden van de afdeling die analistenrapporten over bedrijven maakt. Dat moet voorkomen dat gekleurde analyses verschijnen over een onderneming die klant is van de bank.