Kerkinterieur ging bij Reformatie op de schop
Nergens zijn historische interieurs door de jaren heen zo goed bewaard als in kerkgebouwen. „In de kerk staat de tijd bijna stil.”
Ten tijde van de Reformatie veranderde er het nodige in de inrichting van kerken. Tegelijk bleven er veel dingen hetzelfde. Drs. Marco Blokhuis, erfgoedspecialist voor het protestantisme bij Museum Catharijneconvent in Utrecht, legde dinsdagavond in Hellendoorn uit hoe dat eraan toeging. De avond over ”Kerkinterieur op de schop” werd belegd door de plaatselijke protestantse gemeente en de Historische Kring Hellendoorn-Nijverdal.
Vóór de Reformatie draaide de kerkdienst om de mis. Die werd in middeleeuwse kerken opgedragen in de koorruimte. In het schip van de kerk woonden de leken de viering bij.
De leer dat Christus lichamelijk in het brood en de wijn aanwezig is (transsubstantiatie) werkte door in de inrichting van kerkgebouwen. Blokhuis: „In de vijftiende eeuw verschijnt Christus als martelaar in afbeeldingen op het altaar, om zo aan te geven dat Hij werkelijk in de mis aanwezig is.”
Toen de gereformeerden aan het eind van de zestiende eeuw een bevoorrechte positie kregen, werden bestaande kerkgebouwen toegewezen aan de gereformeerden. Dat leidde tot „forse ingrepen.” In het kerkinterieur kwam de nadruk te liggen op de preekstoel en de leken en verdween de aandacht voor het altaar en de priesters.
Middeleeuwse kerken zijn gericht op het oosten, op het licht in Jeruzalem. Het altaar stond dan ook in de kerk aan de oostzijde. Daarvoor kwam nu de preekstoel in de plaats. Men bleef overigens de rooms-katholieke kansel gebruiken, die werd afgeschermd door het doophek. Met afbeeldingen op de preekstoel had men geen problemen, aldus Blokhuis.
Ook het overige meubilair bleef veelal bewaard en kreeg net als de preekstoel een andere opstelling of functie. Achter het koorhek waar voorheen de mis werd gevierd, werd nu bijvoorbeeld het avondmaal bediend. Hoeveel er precies veranderde, verschilt per kerkgebouw.
Beeldenstorm
De Beeldenstorm uit 1566 spreekt volgens Blokhuis vaak tot de verbeelding. „Deze woede-uitbarsting had echter lang niet overal plaats, het was een incident. Ook valt de Beeldenstorm niet samen met de ingebruikname van de kerken door protestanten.”
Als typerend voorbeeld van de hervorming van het kerkinterieur noemde Blokhuis een tekstbord uit de Jacobikerk te Utrecht. „Op het tekstbord staat een Bijbelgedeelte uit Hebreeën 12. Na onderzoek bleek dat dit geschilderd is over een afbeelding van een mis. Dat is een statement van de Reformatie: het Woord wordt over het beeld geschilderd.”
Oordelende Rechter
Dr. J. D. Th. Wassenaar, predikant van de protestantse gemeente, belichtte een concreet beeld uit de middeleeuwen: de voorstelling van Christus als oordelende Rechter. De predikant organiseerde voor de reformatie-estafette van de Protestantse Kerk in Nederland vijf Lutherlezingen, waarvan die van dinsdagavond de laatste was.
De afbeelding van Christus als Rechter is te vinden in zeker dertig kerken in Nederland, zo ook in Hellendoorn. Op de schildering heeft Christus in Zijn rechterhand een lelie, die symbool staat voor Zijn barmhartigheid. In Zijn linkerhand houdt Hij een zwaard, dat Zijn gerechtigheid verbeeldt.
„Het beeld van Christus als Rechter is primair bedoeld voor leken”, legde de predikant uit aan de tachtig bezoekers. Bij de overgang naar de Reformatie werd de muurschildering in Hellendoorn bedekt met kalk. In 1936 kwam het beeld weer aan het licht, maar later is het –na de restauratie van de kerk– verdwenen, aldus dr. Wassenaar.