Winterkoninkjes kruipen met vorst tegen elkaar aan
Wie die naam verzonnen heeft moet een cynicus zijn geweest: ”winterkoninkje”. Voor een vogeltje dat in winterweer juist erg kwetsbaar is, is dat een ón-naam.
Het zal wel te maken hebben met zijn grotere zichtbaarheid in de winter, omdat dit wezentje dan dichter bij de huizen durft te komen, op zoek naar voedsel. Niks ”koninkje” dus, veeleer ”slaafje” van de winter!
Nóg een misverstand. Het winterkoninkje zie je altijd in zijn eentje scharrelen en heeft daarom de naam een solitair verenbolletje te zijn. Maar met vorst is dat anders. Dan kruipen ze ’s avonds met zijn zessen of achten in een boomholte dicht tegen elkaar aan om zo de warmte te delen.
Als dát gedrag wat vaker te zien zou zijn geweest, had ’ie vast een andere naam gekregen: ”knusvogeltje”.