Column: Niet schieten vanuit de heup
Tijdens het beluisteren van de inauguratierede van Donald Trump schoten me twee boeken en een krantenartikel uit The New York Times te binnen en viel me een onverwacht verband op.
Het eerste boek is verbonden met een moment uit mijn werkzame leven dat ik niet snel vergeet. Een oktoberavond in Slot Moermond in Renesse in 1995. We waren daar voor een tweedaagse managementtraining. Ergens gedurende de dag zei de trainer: „Weet je, de meeste mensen kunnen zich best ontwikkelen tot een aardige leidinggevende. Maar voor een echt goede leidinggevende is meer nodig. Wat? Lees het nieuwe boek van Daniël Goleman maar.”
Nieuwsgierig geworden kocht ik het boek. ”Emotionele intelligentie”. Goleman was een van de eerste schrijvers die het begrip EQ introduceerden. Hij onderzocht hoe het toch komt dat heel intelligente mensen met een hoog IQ niet per definitie succesvol zijn, en andere mensen soms wel. Hij ontdekte dat emotionele intelligentie vaak het antwoord is. Mensen die weten hoe ze in verschillende omstandigheden met anderen kunnen omgaan, die empathisch zijn en zich goed kunnen verplaatsen in anderen, zijn over het algemeen succesvoller. In ieder geval zijn het vaak betere leiders, stelde Goleman vast.
Daarnaast legde hij in het boek uit dat je als je geëmotioneerd bent geen rationele beslissingen kunt nemen. Het duurt dan twintig minuten voor je de zaken weer normaal en evenwichtig kunt beoordelen.
Het tweede boek is ”Woorden hebben kracht” van Wilkin van de Kamp. Hij beschrijft iets wat we allemaal weten: woorden raken. Ze kunnen helen, maar ook kapotmaken; samenbrengen en afbreken. In het hoofdstuk ”Een cultuur van bemoedigen” schrijft hij: „Laten we de wereld veranderen. Met één woord tegelijk.”
Dan het krantenartikel uit The New York Times. Daarin wordt een analyse gegeven van het Twittergedrag van Donald Trump, meester in het vanuit de heup schieten in 140 tekens. Wat blijkt? Zodra een talkshow of nieuwprogramma iets naar voren brengt wat niet naar Trumps zin is, reageert hij vaak binnen twee minuten. Ofwel: hij ziet iets, windt zich op, pakt zijn telefoon en smijt zijn oordeel over de zaak de wereld in.
Er zijn inmiddels veel politici van zijn soort. Nu kan ik daar een oordeel over vellen, maar dan doe ik hetzelfde. Want hun woordkeus is vaak afbrekend en roept diezelfde tegenreactie op. Daarom is het wellicht beter om te werken vanuit een cultuur van bemoedigen. Ik moedig politici aan, en zeker degenen die veel invloed hebben, om twintig minuten te wachten met hun emotionele reacties, hun EQ te gebruiken en dan zorgvuldig woorden te zoeken die samenbinden, helen en moed geven.