VN-hof beveelt Turkije rechter vrij te laten
Een rechtbank van de Verenigde Naties heeft Turkije dinsdag gelast de vooraanstaande rechter Aydin Sefa Akay vrij te laten, zodat hij zijn plaats in de kamer die de zaak van een Rwandese genocideverdachte behandelt weer kan innemen.
Akay werd in de nasleep van de couppoging van 15 juli in Turkije opgepakt. Volgens het VN-Mechanisme voor Internationale Straftribunalen genoot hij echter als lid van de rechterlijke macht van de VN diplomatieke onschendbaarheid. Het hof, dat de juridische opvolger is van de tribunalen die de oorlogsmisdaden in Joegoslavië en Rwanda behandelden, eist dat de Turkse autoriteiten alle gerechtelijke procedures tegen Akay staken en hem uiterlijk 14 februari vrijlaten.
Akay is lid van het panel dat de strafklachten tegen Augustin Ngirabatware behandelt. De aanklager had al aangedrongen op zijn vervanging, maar president Theodor Meron zei dat hierdoor de rechterlijke onafhankelijkheid in het geding komt.
Ngirabatware werd voor zijn aandeel in de genocide in Rwanda tot dertig jaar gevangenis veroordeeld. In juli 2016 vroeg hij op grond van nieuw bewijs om een herziening. Door de detentie van rechter Akay ligt de behandeling van zijn zaak stil. Ngirabatware vroeg om een bevel aan Turkije om de vervolging van Akay te staken zodat hij zijn werk bij het VN-hof kon hervatten, maar de Turkse regering heeft volgens het hof nooit gereageerd.
In Turkije zijn na de couppoging ongeveer 120.000 militairen, politieagenten, rechters, aanklagers, leerkrachten, journalisten en andere overheidsdienaren ontslagen of geschorst. Meer dan 41.000 mensen zitten in afwachting van een protest vast.