Koninklijk Huis

„Archieven vorstenhuizen van groot belang”

De archieven van Europese vorstenhuizen zijn zeer waardevol voor de algemene geschiedenis, omdat ze veel vertellen over de ontwikkeling van democratieën en de positie van staatshoofden. Dat blijkt uit het recent verschenen boek ”Vorstelijk, koninklijk, keizerlijk. Archieven van vorstenhuizen in Europa”.

30 January 2017 18:38Gewijzigd op 16 November 2020 09:42
Het gebouw van het Koninklijk Huisarchief, bij Paleis Noordeinde, in Den Haag.   beeld Wikimedia
Het gebouw van het Koninklijk Huisarchief, bij Paleis Noordeinde, in Den Haag.   beeld Wikimedia

In de tuin bij Paleis Noordeinde staat wat verscholen tussen de bomen een statig gebouw: het Koninklijk Huisarchief. Koningin Emma gaf opdracht tot de bouw en de inrichting ervan. Zij was zich bewust van het belang van de geschiedenis van het huis van Oranje voor het nageslacht en ook voor de positie van haar jonge dochter, koningin Wilhelmina.

Het Koninklijk Huisarchief is geen algemeen archief maar een privéarchief van de koninklijke familie. Overigens kunnen onderzoekers die met een goed voorstel komen wel toestemming krijgen om in de historische documenten te neuzen.

Vorstelijke archieven behoren tot een bijzondere categorie, onderstrepen de samenstellers van het boek ”Vorstelijk, koninklijk, keizerlijk”. „Het zijn privéarchieven, familiearchieven, maar vanwege de aard van de functie van de soeverein ook met een publieke kant. Deze archieven zijn van uitzonderlijk belang voor de studie van de politieke en administratieve geschiedenis van verschillende staten en van de evolutie van de (politieke) rol van de vorst. Daarnaast bieden ze informatie over de evolutie van de organisatie van de hofhouding en van de maatschappelijke betrokkenheid van de vorsten en hun familie”, zo stellen de auteurs van het zestiende Jaarboek van de Stichting Archiefpublicaties (S@P).

Hof

De positie van de vorstelijke archieven in Europa verschilt nogal. In België wordt het koninklijk archief bewaard in het Koninklijk Paleis te Brussel, maar beheerd door het Algemeen Rijksarchief, dat ook de archivarissen levert. In Nederland zijn de archieven onderdeel van de Koninklijke Verzamelingen waarin alle historische bezittingen van de Oranjes zijn ondergebracht. De archivarissen maken deel uit van het hof. Het archief van het kabinet van de Koning –dat voor de contacten tussen koning Willem-Alexander en de ministeries zorgt– wordt echter weer als een overheidsarchief beschouwd.

In Denemarken ligt het archief van koningin Margrethe en haar voorgangers in het Nationaal Archief. In Spanje liggen de stukken in het Koninklijk Paleis, maar vallen ze wel onder de nationale erfgoeddienst. In Engeland liggen de eeuwenoude stukken in Windsor Castle, het kasteel van koningin Elizabeth buiten Londen. De koningin zelf moet toestemming geven voor onderzoek in het archief.

In Europa is ook nog een reeks archieven van verdwenen vorstenhuizen – begin negentiende eeuw waren er circa 55 koninkrijken van grote en kleinere omvang. Die archieven zijn veelal niet meer (geheel) van de nazaten van die koningen en keizers. De archieven van de Habsburgers –de keizers van Oostenrijk– liggen al sinds 1749 in het Haus-, Hof, und Staatsarchiv in Wenen. Het archief van de Hohenzollern, die over grote delen van Duitsland regeerden, is bij de revolutie van 1918 in beslag genomen en wordt nu beheerd door de Duitse overheid samen met de familie.

Willem II

Het archief van de laatste Duitse keizer, Willem II, ligt overigens in Nederland. Zijn documenten zijn na zijn dood door de Nederlandse staat in beslag genomen. Het grootste deel –circa 38 strekkende meter– ervan ligt in Het Utrechts Archief, een kleiner deel in Huize Doorn, waar de keizer na zijn vlucht naar Nederland jaren woonde. Het Utrechtse deel is helemaal gedigitaliseerd.

Een van de meest versplinterde koninklijke archieven is dat van het Huis Saksen-Coburg-Gotha. Dat komt doordat telgen uit dit geslacht vooral in de negentiende eeuw op een groot aantal Europese tronen wist te komen, of door huwelijken daaraan verbonden raakten. Zo ligt er materiaal in Coburg, Gotha, en Lissabon, maar ook in Wenen, Parijs en Bulgarije.

Opener

Er verandert wel veel rond de archieven. De deuren zwaaien nog steeds niet zomaar open voor wie eens in het Koninklijk Huisarchief wil rondneuzen, maar de Oranjes doen net als veel andere vorstenhuizen veel aan het geven van openheid. „De vele projecten voor het toegankelijk maken van de archieven en het digitaliseren van inventarissen en archiefstukken vergroten de mogelijkheden voor onderzoek. En dat is toch een van de belangrijkste redenen waarom archieven worden bewaard”, stellen de redactieleden Yvonne Bos-Rops, Marijke Bruggeman en Gustaaf Janssens in het jaarboek, dat een overzicht van de archieven en een stamboom van de vorstenhuizen bevat.

Historicus Han van Bree wijst in het boek op een krachtige alternatieve route om veel informatie over de leden van de koninklijke familie te pakken te krijgen, zonder de koning toestemming te vragen om in zijn archieven te mogen rondkijken. Van Bree ging voor zijn onderzoek naar de religieuze visie van koningin Juliana rond de Oude Loo-conferenties te rade bij de archieven van hovelingen en vrienden van de vorstin. Dat gaf hem verrassend veel nieuw inzicht vanaf de andere zijde. Deze „omweg was de moeite meer dan waard”, concludeert Van Bree.

Het Koninklijk Huisarchief oogt met zijn zware hoofddeur als een gesloten bastion. In zeker opzicht is dat ook zo: alleen met een goed onderzoeksplan komt een wetenschapper er binnen.

Tegelijk doet koning Willem-Alexander er alles aan om zo open mogelijk te zijn: deze zomer gingen de deuren van Paleis Noordeinde open voor het publiek, maar ook de archivaris van de koning doet alles om te laten zien welke schat er in het archief ligt. Met grote regelmaat toont de directeur van het Koninklijk Huisarchief, drs. Ph. Maarschalkerweerd, voorwerpen in een veel bekeken televisieprogramma over royals, Blauw Bloed van de Evangelische Omroep.

En de stichting Koninklijke Verzamelingen laat via haar website koninklijkeverzamelingen.nl steeds meer zien van het vele materiaal in de archieven van de Oranjes.

Een voorbeeld daarvan is een afbeelding van het getijdenboek van de familie De Coligny uit 1500 met daarin aantekeningen over familiegebeurtenissen. Bij 24 augustus 1572 staat vermeld dat Gaspard de Coligny in de Bartholomeusnacht werd vermoord. Hij was de leider van de hugenoten, de Franse protestanten, en de vader van Louise de Coligny, de vierde echtgenote van Willem van Oranje. Koningin Wilhelmina kocht het boek in 1910. Een bebloede parel uit het Oranjebezit.

Mede n.a.v. Vorstelijk, koninklijk, keizerlijk. Archieven van vorstenhuizen in Europa, Yvonne Bos-Rops, Marijke Bruggeman en Gustaaf Janssens (red.); uitg. Stichting Archiefpublicaties, Arnhem, 2016; ISBN 978-90-71251-43-6; 288 blz.; € 45,- (excl. verzendkosten). Het boek is alleen verkrijgbaar via de webwinkel van de stichting. >>rd.nl/konhuis

Duizenden documenten koning George digitaal

Het Britse koninklijk huis heeft zaterdag duizenden documenten uit de tijd van koning George III (1738-1820) online gezet. De collectie, de Georgian Papers genaamd, bevat brieven en andere persoonlijke documenten van de Britse vorst, die regeerde van 1760 tot zijn dood in 1820.

Koningin Elizabeth gaf vorig jaar het startsein voor het digitaliseren van de stukken, in totaal zo’n 350.000. In 2020 moeten ze allemaal online staan. Ook papieren uit de tijd van de koningen George I, George II, George IV en William IV behoren tot de Georgian Papers. De publicatie volgt op het succes van de dagboeken van koningin Victoria, die in 2012 online werden gezet.

Onder de inmiddels gedigitaliseerde documenten van George III bevindt zich een uiteindelijk ongebruikte brief waarin hij in 1783 zijn abdicatie aankondigde. De koning schreef de brief tijdens een politieke crisis gedurende de Amerikaanse Onafhankelijkheidsoorlog.

George III verloor tijdens zijn regeerperiode onder meer de Amerikaanse overzeese koloniën, die later uitgroeiden tot de huidige Verenigde Staten. Hij werd als krankzinnig gezien en daardoor verkeerd begrepen. Door historici werd hij vaak aangeduid als ”mad king George”. Tegenwoordig wordt gedacht dat de vorst een zeldzame ziekte had. Door de ziekte leed hij aan slapeloosheid, had hij een hoge bloeddruk en was hij overgevoelig voor zonlicht.

George trouwde op 8 september 1761 met hertogin Sophia Charlotte van Mecklenburg-Strelitz. Zij leerden elkaar pas op hun huwelijksdag kennen. De twee hadden een gelukkig huwelijk. Zij kregen vijftien kinderen. George was ook de vorst die Buckingham House, het huidige Buckingham Palace in Londen, aankocht.

royal.uk/royal-archives

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer