Europese beurzen beginnen week in mineur
De Europese beurzen zijn maandag met verlies aan de handelsweek begonnen. Beleggers maakten zich zorgen over het nieuwe migratiebeleid van de Amerikaanse president Donald Trump. In Amsterdam waren de fondsen in de hoofdindex voor het overgrote deel roodgekleurd, met tankopslagbedrijf Vopak als grootste verliezer.
De AEX sloot 1,3 procent in de min op 479,53 punten. De MidKap zakte 0,9 procent naar 691,48 punten. De graadmeters in Frankfurt, Parijs en Londen verloren tot 1,1 procent.
Het besluit van Trump om een inreisverbod in te stellen voor inwoners van zeven moslimlanden zorgde afgelopen dagen internationaal voor veel onrust en onzekerheid. Onder meer veel grote Amerikaanse bedrijven veroordeelden het besluit scherp.
Vopak was met afstand de grootste verliezer onder de hoofdfondsen aan het Damrak. Het tankopslagbedrijf verloor 7 procent, nadat analisten van Goldman Sachs hadden geadviseerd het aandeel van de hand te doen. Informatieleverancier Wolters Kluwer was de enige duidelijke winnaar in de AEX, met een winst van 2 procent. Ook branchegenoot RELX noteerde een klein plusje (0,2 procent).
Air France-KLM zakte 2,7 procent en behoorde daarmee bij de grootste dalers in de MidKap. Het luchtvaartbedrijf zag zich afgelopen weekeinde genoodzaakt passagiers te weigeren vanwege het inreisverbod van de VS.
In Frankfurt viel het koersverlies van 4 procent bij winkelconcern Steinhoff International op. De Amerikaanse matrassenproducent Tempur Sealy heeft zijn leveringscontracten met beddenverkoper Mattress Firm, een keten van Steinhoff, beëindigd vanwege onenigheid over de voorwaarden.
In Milaan stond UniCredit onder druk nadat de Italiaanse bank een nieuwe miljardenafschrijving op slechte leningen had gemeld. Die zorgde ervoor dat UniCredit eind vorig jaar niet aan de kapitaaleisen van de ECB voldeed. UniCredit, dat eerder al aankondigde 13 miljard euro aan vers kapitaal te willen ophalen, zag maandag 5,5 procent aan beurswaarde verdampen.
De prijs van Amerikaanse olie zakte met 0,7 procent naar 52,81 dollar. Brent werd 0,2 procent goedkoper, bij 55,40 dollar per vat. De euro was 1,0687 dollar waard, tegen 1,0695 dollar bij het slot van de Europese beurzen op vrijdag.