Belg ontkent blunder bij uitzetting terrorist
De Belgische verbindingsofficier in Turkije die zou hebben geblunderd bij de uitzetting naar Nederland in 2015 van de latere zelfmoordterrorist Ibrahim El Bakraoui op het Brusselse vliegveld, heeft indertijd gehandeld zoals het hoort. De man, Sebastien Joris, zei dat vrijdag in de Belgische commissie die onderzoek doet naar de aanslagen van 22 maart vorig jaar.
Ook zijn chef, Peter De Buysscher, meent dat Joris de regels en procedures heeft gevolgd. Joris kwam zwaar onder vuur te liggen toen twee dagen na de aanslagen bleek dat El Bakraoui op 26 juni 2015 aan de Turks grens met Syrië was gearresteerd en op 14 juli op het vliegtuig naar Nederland werd gezet.
De man was op dat moment voorwaardelijk vrij na een celstraf wegens een gewelddadige overval maar had al twee keer verzuimd zich te melden. Bij zijn uitzetting gaf hij aan niet naar Brussel maar Amsterdam te willen. Daarna verdween hij van de radar.
Volgens toenmalig minister Ard van der Steur (Veiligheid en Justitie) was de Nederlandse ambassade een half uur voor de vlucht per e-mail op de hoogte gesteld maar dat werd niet tijdig opgemerkt. Bovendien stond hij niet in het internationale opsporingssysteem.
Joris zei vrijdag dat het bericht van de arrestatie van El Bakraoui zijn aandacht niet trok omdat het geen urgente zaak was. Reizen naar Syrië was niet strafbaar en in Brussel had niemand door dat de vogel gevlogen was.
Op 22 maart 2016 bliezen El Bakraoui en zijn vriend Najim Laachraoui zich op Brussels Airport op. Een uur later deed zijn broer Khalid hetzelfde in de metro. Er kwamen in totaal 35 mensen om.