Ambtenaren zouden op de eerste plaats moeten beloven „de gerechtigheid” te dienen. Daarna zouden zij de gelofte van trouw aan de Grondwet moeten afleggen.

De verplichting voor ambtenaren om een ambtseed of -belofte af te leggen werd in maart vorig jaar uitgebreid van het Rijk naar gemeenten, provincies en waterschappen. De wet heeft als doel de integriteit van ambtenaren te waarborgen. In Amsterdam leggen alle medewerkers van de gemeente sinds juli 2002 bij hun aantreden de ambtseed af. Voorheen gold die in de hoofdstad voor een beperkte kring ambtenaren.

Het gemeentebestuur vindt een aanpassing van de ambtseed nodig om de nadruk te leggen op de kritische taak en de eigen verantwoordelijkheid die een ambtenaar bij de uitoefening van zijn functie heeft. Bovendien vinden veel ambtenaren de huidige tekst oubollig of moeilijk te begrijpen, zo staat in een toelichting van het gemeentelijk Bureau Integriteit.

Bij het afleggen van de eed zouden volgens Amsterdam ook andere religieuze verwijzingen dan alleen naar de christelijke God toegestaan moeten zijn. Zo zouden moslims de eed kunnen afsluiten met de woorden „zo waarlijk helpe mij Allah, de erbarmer, de barmhartige.” Vooralsnog kan alleen de eed onder aanroeping van God of de belofte worden afgelegd.